Beschouwing / De noodzaak van acteurs met een kleur

‘Wat wil je,’ vraagt acteur Howard Kom­p­roe, terwijl hij pa­tat in een zakje schept. ‘Een patatje teringzooi, pleuriszooi of kankerzooi?’ De flessen met mayonaise, ketchup, mosterd en kerrysaus waarmee hij deze menuvarianten samenstelt, hangen ondersteboven aan zijn broekriem. In zijn legerbroek en morsige hempie ziet Komproe eruit als een Hollandse soldaat die eten uitdeelt in Afghanistan. De riem met sausflessen om zijn middel lijkt op de omgesnoerde explosieven van een zelfmoordenaar. De polderversie van een terrorist – wij brengen geen bommen, maar patatjes oorlog. ‘Lekker hè, Fatima? Het is zonder varkensvlees hoor!’ roept hij joviaal tegen een meisje uit het bergdorp dat hij met het voedsel komt verblijden. Een weigering accepteert de Hollandse weldoener niet, hij heeft opdracht iedereen eten te geven. Als een jongeman uit het dorp zijn vredespatat niet blieft en woedend ‘Kankerzooi!’ sist, vat de...