Sophie Fiennes is nog jong, maar oud genoeg om op te groeien in een gezin zonder televisie. Artistieke ouders, dat hielp. En wonen in het ruigste deel van Ierland, tussen ezels en schapen. Op een dag vertelde haar zuster over een dorp op het meest westelijke puntje van het eiland waar in een huis van Duitse hippies een Grote Vogel woonde die bijzonder aardig tegen kinderen was. Ze heeft toen lang gedacht dat Pino echt bestond en Sesamstraat een plek was in de provincie Cork. Tot ze het blauwe licht zag, het geloof in elektronische wonderen deelachtig werd en, net zoals wij allemaal, het vertrouwen verloor in de werkelijkheid als iets wat zichtbaar is en dus ook tastbaar zou moeten zijn.

De filmmaakster was deze week te gast op het Grote Festival van Rotterdam en vertelde er, net als een aantal van haar collega’s, over de eerste kennismaking met visuele cultuur. Die heeft voor haar generatie regisseurs bijna altijd via het televisiescherm plaatsgevonden – iets wat ook geldt voor...