Non-fictie / Opmars van de patiëntenbeweging

‘Een wandelende diagnose,’ zo omschrijft Wilma Boevink zichzelf als ze op haar zesentwintigste ontslagen wordt uit het Willem Arntszhuis, een psychiatrische kliniek. Ze komt er slechter uit dan ze er drie jaar daarvoor inging, en dat was al niet best. Erger nog dan de sarrende portiers en het geschreeuw uit de isoleercel vindt Boevink de beschuldigende vinger van de hulpverleners: het is haar eigen schuld dat ze hier zit. ‘Die opname heeft mij misschien wel meer geschaad dan alles dat er aan vooraf is gegaan,’ concludeert ze. Boevink is sinds haar opname in 1984 nog altijd kwetsbaar voor psychoses. Meelijwekkend is zij allerminst. In De strijdbare patiënt vertelt ze hoe ze, na haar psychiatrische achtergrond lang geheim te hebben gehouden, nu als Trimboswetenschapper onderzoek doet in dienst van de ‘herstelbeweging’.

Boevink is een van de dertien mensen die journaliste Petra Hunsche sprak voor haar boek over de opmars van de...