Ik kende er een zwarte profvoetballer, toen nog heel jong en toen al openlijk homoseksueel. Daar moet je in Nederland niet om komen, zelfs nu niet.

Ik kende er een lange, mooie vrouw, blank, die in Oxford had gestudeerd en net zo onnadrukkelijk sprak als the Queen herself. In die toen al hopeloze tijd was zij het, die steeds maar weer naar het platteland ging, naar afgelegen zwarte dorpen, om de bewoners onderwijs te geven. Ik kende zo nog een paar mensen, allemaal uit Zimbabwe, en sindsdien volg ik dat land, zo schandalig willekeurig als dat gaat, want in Niger is vast ook heel wat aan de hand, maar zonder noembaar schuldgevoel sla ik die informatie over.

Zimbabwe is niet ineens een hel geworden, dertien jaar geleden al kon je zien naar welk dieptepunt het land op weg was, net zo vastberaden en strijdbaar als het ooit het blanke minderheidsregime had verslagen. Wij oude mensen, die nog op bezoek zijn geweest in de voormalige Oostbloklanden herkennen ogenblikkelijk de sfeer: de...