Column

Na de eenzijdige uitroeping door Kosovo van haar onafhankelijkheid verklaarde minister Verhagen te willen bezien hoe men zou omgaan met de Servische minderheid. Twee weken later was hij al gerustgesteld. Een zinnige overweging bleek een loos gebaar. Of de rechten van een minderheid worden gerespecteerd, moet blijken in de praktijk. Bestudering van een grondwet of diplomatieke beloften vormen geen garantie.

Eigenlijk heeft het Westen de keuze voor onafhankelijkheid van Kosovo al gemaakt in de besprekingen in Rambouillet, die voorafgingen aan de NAVO-interventie van 1999. De erkenning een kleine tien jaar later was onvermijdelijk. Nederland moest wel volgen: zolang de EU geen gemeenschappelijke buitenlandse politiek voert, spelen Nederlandse overwegingen geen rol.

Vloeide de erkenning voort uit angst voor een herhaling van het geweld? Kosovaarse extremisten dreigden met geweld, maar erkenning om die reden betekent buigen voor chantage. Er waren nog wel wat meer argumenten om...