Geld

‘Geld maakt vrij maar niet gelukkig’, is de eindconclusie van Frank Kalshoven in VN 35, het jubileumnummer over vrijheid. Maar over welk soort vrijheid heeft Kalshoven het eigenlijk? De (persoonlijke) vrijheid om te consumeren? Nauwelijks een vrijheid die het waard is om voor te vechten.

Een vrijheid die geld wel verschaft, is de mogelijkheid om anderen (zonder geld) uit te buiten, hun hun vrijheden af te pakken. Geld verschaft dus de vrijheid om macht uit te oefenen – en dat gebeurt ook. Een daad die de vrijheid van de uitbuiter vergroot. In dat opzicht is vrijheid dus ook relatief, net als rijkdom. Je kunt de woorden ‘vrij’ en ‘rijk’ in het artikel omdraaien, dan klopt het nog steeds. Kijk maar. ‘Wie veel vrijer is dan de rest, kan zich meer permitteren dan de rest. (…) Rijkdom verschaffende vrijheid veronderstelt dus een scheve verdeling van rechten en vrijheden. De tien procent meest vrijen der aarde hebben de onvrije negentig procent nodig om vrij te zijn.’

Geld is macht...