Angelsaksische blik

Jeroen Vullings trekt in zijn stuk ‘Geen spel meer’ (VN 37) het boetekleed aan: ‘Onze verzamelde critici en literatuurkenners zijn voornamelijk en beaat gericht op fictie uit Angelsaksische contreien.’ En zo vervolgt hij: ‘Schande natuurlijk, die tunnelvisie – as over de hoofden. Alsof er in Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland, Midden- en Oost-Europa en Zuid-Amerika niks van belang geschreven wordt.’

Overigens geldt dit niet alleen voor fictie. Ook non-fictie is dikwijls uit het Engels vertaald, waardoor we tenslotte ten onrechte de Angelsaksische blik op de wereld krijgen opgedrongen.

Vullings’ ontboezeming geeft precies weer wat ik al zolang van de Republiek der Letteren vind: een veel te grote nadruk op de Angelsaksische cultuur; alsof deze superieur zou zijn, wat zeker niet waar is. Een en ander wordt mijns inziens veroorzaakt door het gebrek aan kennis en beheersing van verschillende vreemde talen; van deze goede Nederlandse traditie is immers weinig of...