Mumford & Sons. Babel

Niemand kan naar muziek luisteren zonder vooroordelen. De poprecensent die zegt dat hij het wel kan, liegt. Aan bepaalde eigenschappen die popmuziek alleen in haar meest monsterlijke vorm bezit, heb ik gewoon een enorme hekel. Met plat vermaak kan ik heel weinig, tenzij dat platte vermaak toevallig Motörhead of ZZ Top heet. Dus als ik op de website van Rolling Stone lees over de muziek van Mumford & Sons, een heel populaire, hedendaagse folkgroep uit Engeland die ik op gepaste afstand heb gevolgd, en in het artikel de typering ‘beer-slosh melody and fist-pump dynamic’ aantref, heb ik meteen grote twijfels. Ik zie een massa mensen voor me die, hun koppen verhit, allemaal op hetzelfde moment hun vuisten in de lucht steken. Ik zie voor me wat ik me, ik geef toe, als onwetende Randstedeling voorstel bij carnaval. En ik huiver.

Hoe vaak zal ik Babel, Mumford & Sons’ vervolg op het succesdebuut Sigh No More, inmiddels gehoord hebben? Acht keer misschien, soms...