Een rondleiding door de langgerekte Beemsterwijngaard – achthonderdvijftig meter lang, vijfenzestig meter breed – resulteert in natte voeten en het aanbod om na afloop een glas van het streekproduct te proeven. ‘Rood, wit of rosé?’ vraagt oenoloog (gediplomeerd wijnkenner) Ernst Schol, die onbezoldigd in het bedrijf meedraait. Nee, hij heeft niet toevallig een fles open staan. Het bouquet zou trouwens niet tot zijn recht komen in de onderkoelde opslagruimte. Schol oppert om een flesje mee te geven dat thuis op kamertemperatuur kan worden gedronken.

Hij trekt een bordeauxrode landwijn (‘een appellation contrôlée kennen we nog niet in Nederland’) van het huismerk Lavoeb uit het schap. In de winkel kost deze uitsluitend per halve liter verkrijgbare cuvée 7,50 euro per fles. Niet echt een koopje, geeft Schol toe. Voor een fractie van dat bedrag verkoopt de slijter een grand cru, maar daar staat tegenover dat wijn van eigen bodem meer charme uitstraalt. ‘Kijk naar het succes van...