Het zwarte gat van Zeeland

In de verre oosthoek van Zeeuws-Vlaan­de­ren, waar Nederland bijna ongemerkt overgaat in België, ligt een polder met de gracieuze naam van een hertogin. Achter de zeedijk strekken de akkers zich uit, omzoomd door hoge populieren. De hobbelige asfaltwegen die de polder doorkruisen, kregen de namen van Hedwiges drie kinderen: Erik, Lydia en Engelbert.

In 1907 werd dit deel van het Verdronken Land van Saeftinghe, bij elkaar zo’n driehonderd hectare, trots heroverd op de zee. Maar helaas voor de voorname naamgevers van de polder: de recente geschiedenis van het gebied verliep minder glansrijk. Aan de Engelbertstraat staat een laatste boerderij, het erf oogt verlaten, achter de glasgordijnen schemert de leegte. ‘Hed­wi­ge’ is inmiddels nog vooral de titel van een politieke operette vol draaikonterij.

Het drooggelegde land voor de Zeeuwse zielenrust behouden? Of onder water zetten ter compensatie van het uitdiepen van de Wester­schel­de, zoals met...