Een oorlog als een haiku

In het universum van Don DeLillo’s ‘Point Omega’ is uiteindelijk alles fictie, illusie. Omdat fictie zo kan omslaan in werkelijkheid.

Don DeLillo’s nieuwe roman Point Omega wordt gedragen door één personage: de drieënzeventigjarige Richard Elster, een academicus – vermoedelijk een linguïst – die werkte voor de bedenkers en strategen van de Amerikaanse invasie van Irak. Als defense intellectual moest hij die oorlog ‘conceptualiseren’, nieuwe woorden en betekenissen vinden. Zijn taak was, in cynisch understatement, ‘de dialoog te verversen, het perspectief te verbreden’. Vrij vertaald: hij moest een oorlog pitchen. ‘Ik wilde een haiku-oorlog,’ zegt hij, ‘a war in three lines’. Haiku: ‘A set of ideas linked to transient things.’ Dat was de opzet, de theorie. Hoe de oorlog buiten DeLillo’s romanrealiteit verliep, weten we.

DeLillo (1936) laat Elster opmerken dat de vice-minister van Defensie Paul Wolfowitz voor soortgelijk werk, dat evenmin...