We hebben weer een extra live-uitzending van De Poeziëpodcast! Daan spreekt Abdelkader Benali, die de bezoekers van de Nacht van de Poëzie zag, en dacht: nee, dat zijn geen hardlopers.
Op de dag dat ik mijn gesprek met Abdelkader Benali monteer tot aflevering 13 van deze podcast heb ik net die middag met Tonnus Oosterhoff in de werkkamer van Harry Mulisch aflevering 14 opgenomen. Allebei prettige gesprekken, maar ook allebei totaal anders, met twee dichters die mijlenver uit elkaar liggen. Over Oosterhoff hebben we het over twee weken wel, nu eerst Abdelkader Benali, die dit jaar na een heel decennium eindelijk de opvolger presenteerde van zijn vorige dichtbundel Panacee. In die tien jaar heeft Benali niet zitten duimendraaien, hij schreef romans, theatervoorstellingen en een kookboek, en hij was stadsdichter van Helmond. Uit Wax Hollandais leest hij een breekbaar maar hoopvol gedicht over verlies, dat in de verste verte niet over koken gaat (dat was een grapje voor de mensen die de aflevering al hebben gehoord).
Bleekgezicht
Wanneer in uitgeklede gedachten verzonken
ik de garderobekast van mijn vergeetachtige
gehemelte leeghaal, dalen engelen neer met
jouw naam op hun zoetgevooisde lippen.
Adem, wat is die mij veel waard, Adam,
want alles wat is voortgebracht brengt alles
voort, dat doet het al tijden, zal altijd doorgaan,
tot het oneindige Einde, tot in de houten dood.
Zie ik eindelijk wat mijn leven kleur geeft.
terwijl ik op ramen m’n damp achterlaat waar
ik jouw naam in schrijf, in de hoop dat het
jouw gelaat aan het licht brengt,
wat het niet doet, je bent weg en af en graf
en ik ben warm gekleed en voel me goed.
Abdelkader Benali, uit: Wax Hollandais, uitgeverij De Arbeiderspers, 2017.
Ik zag niet aankomen dat we dit gedicht gingen bespreken, ik had van Abdelkader namelijk een gedicht over hardlopen ontvangen. Het is een gedicht waarin gespeeld wordt met fictie, werkelijkheid en competitiedrang, maar u heeft niks aan die informatie en dat is allemaal de schuld van de bezoekers aan de Nacht van de Poëzie. Die zagen er volgens Abdelkader namelijk niet uit als hardlopers, en dus besloot hij het gedicht over hardlopen te bewaren voor een bezoek aan een atletiekvereniging, en de poëzie- en bierminnende toehoorders te trakteren op dit gedicht, waar zij en u ook zeer tevreden mee mogen zijn. Wie deze podcast luistert tijdens het hardlopen moet Wax Hollandais maar kopen, sowieso een goed idee, ook als je niet van sport houdt.
‘Ik moet ook nog groeien in deze bundel,’ geeft Abdelkader toe. Hij heeft er tien jaar over gedaan om deze bundel te schrijven, en het duurt nog tien jaar voor hij er genoeg mee vergroeid is geraakt om ze écht optimaal voor te kunnen dragen. De podcast moge ervan getuigen dat het hem ook nu al heel goed afgaat.
Het is voorlopig nog niet gedaan met de opnames vanaf de Nacht van de Poëzie. De volgende live-aflevering verschijnt op 4 december, mijn gast is dan Simone Atangana Bekono. Maar eerst, op 20 november, is er nog het gesprek met Tonnus Oosterhoff dat ik opnam in de werkkamer van Mulisch aan de Leidsekade, op het Harry Mulisch Festival.