Op de boulevard van Nice kwam ik Roel Pieper tegen, die me vriendelijk groette. ‘Hoe kennen wij elkaar ook al weer?’ vroeg ik, ook om er zeker van te zijn dat dit inderdaad Roel Pieper was.

‘Van die keer in Enschede, jaren geleden, bij de Technische Hogeschool daar. Toen we het over computers en taal hadden. Ik zat toen bij Philips.’

‘ …????en ik hield een philippica over hoe stom het was van Philips om de computergroep in Apeldoorn op te doeken. Daar zaten informatici en linguïsten en telefoonexperts die veel slimmer waren dan Bill Gates, Noam Chomsky en Johannes Nolia. Ik voorspelde toen dat er binnen twintig jaar een reusachtig wereldnet zou komen, met kunstmanen die de hele wereld bestraalden, zodat iedereen iedereen kon zien en spreken en informatie uitwisselen voor vijf cent per week.’

‘Noemde je dat toen al internet en e-mail?’

‘Nee, die termen moesten nog uitgevonden worden, maar het idee lag totaal klaar. En waarom was jij in Enschede? Jij bent toch...