Autobiografie

Per Olov Enquist (1934) schrijft persoonlijker romans dan gedacht, blijkt uit zijn nieuwe boek, de autobiografie Een ander leven, in de vloeiende vertaling van Cora Polet. De jeugd van de Zweedse Nobelprijskandidaat bevatte de blauwdruk voor De uittocht der muzikanten (1978) en Kapitein Nemo’s bibliotheek (1991), zijn passie voor het hoogspringen als adolescent was de drijvende kracht achter Het record (1971). Maar het blijft niet bij thema’s en motieven: de criticus, essayist en, in zijn roman Asiel voor legioensoldaten (1968), onderzoeker van een open wond in de Zweedse geschiedenis, is even scherp en analytisch als het om zijn eigen misstap gaat, een drankverslaving van anderhalf decennium. Daarin blijkt Een ander leven meer dan een schrijversbiografie, maar ook meer dan een ‘waar gebeurd’ drama – dit is nu literatuur.

Dat heeft te maken met hoe Enquist zijn verhaal vertelt, in de hem kenmerkende bijna achteloze stijl. Hij laat nadrukkelijk dingen weg, strooit met...