09-02-2008
Door Jeroen Vullings

Paradiso van Kees van Beijnum is niet zozeer een huwelijksroman over een man die zijn vrouw zoekt, maar eerder een parabel over menselijke onvolkomenheden. Een razend spannende parabel, gelukkig.

De aangenaamste verrassing van Paradiso is dat deze roman door Kees van Beijnum is geschreven. Vanaf zijn debuut in 1991 met Over het IJ heb ik hem bijgehouden. Hoe lang moet dat nog? dacht ik na zijn voorlaatste roman De vrouw die alles had (2002).

Voor hem pleit dat hij weet hoe hij een verhaal moet vertellen en dat hij zijn (grote) onderwerpen plukt uit de gistende samenleving. De ordening (1998), een verhaal gesitueerd in het groezelige, extreem-rechtse milieu rond de Zwarte Weduwe, is nog zijn beste, want minst oordelende roman.

Maar tegenover die pluspunten staat dat lezing van zijn proza altijd, in figuurlijke zin, zand tussen de tanden oplevert. Eerst de pathetiek die immer bij hem loert. Dieptepunt in deze: de uit gestold frituurvet...