Roman

In De eenzaamheid van de priemgetallen, Giordano’s succes uit 2008, bleef het belangrijkste steeds ongezegd; in deze opvolger wordt ook weinig wezenlijks uitgesproken. Tussen de tenten van een Italiaans legerkamp in Afghanistan overheersen machismo en pesterijen, onderhuids woekeren onzekerheid, verveling en heimwee. Iedere soldaat heeft een verleden en een thuisfront, die Giordano soms in enkele rake alinea’s schetst; in het geval van adjudant-dokter Egitto, een man met een onduidelijk minderwaardigheidscomplex, emmert hij te lang door. Hij weet wel waarover hij schrijft: in 2010 ging hij in zo’n kamp op reportage. Op barse én invoelende toon ontleedt hij de aandoenlijke onwetendheid van zijn generatiegenoten die zich in een wereld storten waar de dood altijd binnen handbereik is. In de doodgezwegen vrees, onheilspellend als een naderend onweer, excelleert Giordano. Wederom.

Paolo Giordano, ‘Het menselijk lichaam’, vertaling Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd, De Bezige...