We kunnen eeuwig leven zodra we wat fabricagefouten in onze cellen hebben verholpen, zegt Aubrey de Grey. ‘De praktische bezwaren lijken me niet zo relevant.’

Gelukkig is gerontoloog Aubrey De Grey (51) een onalledaagse verschijning. Als hij op een winterochtend uit de gate op Schiphol komt, pik je hem er zo uit tussen de gehaaste reizigers. De Grey loopt bedachtzaam, houdt in zijn ene hand een rugzak en in de andere heel stevig die van zijn vrouw Adelaide Carpenter (70). Later die dag zal De Grey een lezing geven aan de Rijksuniversiteit Groningen. In de trein naar Groningen spreken we over oud worden en een onbegrensd leven. Carpenter toont zich een goede pleitbezorger van het werk van haar man. Ze ontmoetten elkaar in 1990 in Cambridge. In datzelfde jaar begon De Grey zijn onderzoek naar ouderdom. Ouder worden is een ziekte, ziekte is lijden, en het lijden in de wereld moet tot een minimum beperkt worden, luidt kort gezegd zijn motivatie om te onderzoeken hoe het verval van...