Als de mensen nou eens minder goed wilden doen, dan zou het al een stuk beter gaan.
Heb ik het over humanitaire interventies in het algemeen, of over Afghanistan en Irak? Nee, ik zit in gedachten bij de Amerikaanse filosoof Richard Rorty, die 8 juni jongstleden overleed.

De eerste zin had van hem kunnen zijn, want Rorty was een pragmatist, iemand die ‘goede politiek’ definieerde als datgene wat het beste werkt. Zo dacht hij trouwens ook over zijn eigen vakgebied, de filosofie, waar hij al evenmin absolute waarheden ontdekte.

In mijn studententijd was Rorty een revelatie. Hij was een eigentijdse denker die zich in de jaren zeventig en tachtig zonder enige schroom een ‘liberal’ noemde. Ja, een Amerikaanse ‘liberal’, dus daar kon je nog heel links bij blijven, maar toch. Rorty deed iets ongehoords: hij verdedigde de burgerlijke westerse samenleving en de liberale rechtsstaat, waarvan de verdiensten, vond hij, de fouten verre overtroffen. Dat lijkt een open deur, maar ik...