Autobiografie / Maarten ‘t Hart over zichzelf

Noli me tangere. Raak me niet aan. Die lijfspreuk van Jeroen Brouwers had ook van Maarten ’t Hart kunnen zijn, want zijn autobiografische uitingen zijn doordesemd van eenzelfde luid geventileerde afkeer van de medemens en dito behoefte om met rust gelaten te worden. Opvallend is dat daar niets van te merken is als je deze auteurs ontmoet of in groter, vertrouwd gezelschap gadeslaat. Sympathieke persoonlijkheden zijn het dan, die vanuit hun ‘veste’ scherp bijhouden wat er in de verlokkende buitenwereld allemaal over ze gezegd en geschreven wordt. Hun noli me tangere staat daardoor niet alleen voor het gezochte isolement, maar behelst ook een smeekbede om aandacht. Liefde, voor mijn part.

Die ambivalentie is tevens aanwezig in het nieuwe deel van Maarten ’t Harts autobiografische geschriften, Dienstreizen van een thuisblijver. Al die verzuchtingen dat hij zijn huis liever niet wil verlaten, om na aandrang van uitgevers een Lesereise in...