De grote problemen in de wereld mogen je bedrukken, het zijn de ongemakken in je eigen leven die je echt wakker houden. Mijn terugkerende ongemak heet slapeloosheid, en ik vind het lastig daar zo concreet mogelijk over te schrijven.

Grofweg zijn er twee methoden. De eerste kun je het beste omschrijven als de ‘niet alleen ik, maar zeer velen met mij’-methode. Dat gaat ongeveer zo: slapeloosheid is een ernstig onderschatte aandoening waar één op de tien Nederlanders aan lijdt. Dat is een conservatieve schatting. In een onderzoek van de Nationale Atlas Volksgezondheid wordt beweerd dat 21,2 procent van de Nederlanders van vier jaar en ouder regelmatig last heeft van slapeloosheid, met uitschieters naar grote steden als Den Haag en Amsterdam waar het percentage oploopt tot bijna 28 procent. De slechtste plek om te slapen is verrassenderwijs Zuid-Limburg, waar maar liefst 30,1 procent worstelt met de kwaal. (De PVV-invloed? Het slechte geweten?)

Ik zeg wel: kwaal, aandoening,...