Reportage / Centrum ’45

‘Ik kwam hier in oktober als een dood vogeltje binnen,’ zegt Bosnië-veteraan Theun (43). Hij is een boom van een vent met een stem als een klok en een gesloten, niet onvriendelijk voorkomen. ‘Ik dacht binnen een maandje wel klaar te zijn toen ik mij hier liet opnemen. Het werden er vijf.’

Theun heeft zojuist gesprekstherapie gehad in Centrum ’45. Nu beent hij door de brede gangen van de polikliniek in Oegstgeest, langs de woonkamer van de veteranengroep met wie hij samenleefde, naar een kamertje met een bed, een tafel en een kast. Hier sliep hij tot voor kort vijf dagen per week. In deze veilige en gestructureerde omgeving moest Theun stabiliseren en opnieuw contact leren maken – en houden – met mensen. ‘Zeventien jaar lang redde ik het met mijn masker van cynische grappen,’ vertelt hij. ‘Vorig jaar knapte er ineens iets in mij. Ik kreeg huilbuien, nachtmerries en woedeaanvallen. Tijdens mijn werk als internationaal vrachtwagenchauffeur heb ik meer dan...