Interview / Filosoof Simon Critchley

Een machine in een medicijnenfabriek vermorzelde Simon Critchleys hand toen hij achttien was. Gitaarspelen en liedjes schrijven was zijn lust en zijn leven. De jongen die ervan droomde punkmuzikant te worden, zonk weg in een diepe depressie en slikte alles wat God verboden heeft. Zijn redding was een baantje als badmeester bij een zwembad. Daar begon de zoon van een opgeklommen metaalbewerker en een kapster als een bezetene te lezen. ‘Ik ben geëindigd met schrijven en lesgeven omdat ik mislukt ben als musicus,’ analyseert de Britse filosoof die nu de prestigieuze post ‘Hans Jonas Professor’ bekleedt aan The New School in New York en ook gasthoogleraar is in Tilburg.

De filosoof mag een lange weg zijn gegaan, zelf vindt hij dat zijn denkarbeid van nu naadloos aansluit bij waar de punk voor stond. ‘Punk was een verbazingwekkende intensivering van de ervaring,’ zegt hij vanuit New York via Skype. ‘Het sociale weefsel in Engeland was halverwege de...