Werken aan het spoor

De nacht is zo zwart dat van de mannen in gele veiligheidsjacks alleen de fluorescerende strepen zijn te zien die meedansen op al hun bewegingen. Plotseling doorbreekt de hese gil van een stoomfluit de stilte langs het spoor waarover bij daglicht treinen Amsterdam binnen denderen. Het loopt tegen drieën, de late zaterdag is ongemerkt overgegaan in de vroege zondagochtend. Het signaal van een antieke stoomlocomotief komt nu akelig dichtbij, maar stopt abrupt zodra hoofdmonteur Cees Negenman een mobieltje uit zijn jaszak vist. Hij meldt telefonisch een ‘gescheurde tong’ in een wissel dat dringend een lasbeurt behoeft.

Een paar minuten later wordt de nachtploeg opnieuw opgeschrikt, nu door het gerinkel van de alarmbel die bij een spoorwegovergang voor een naderende trein waarschuwt. Met een grijns legt monteur Wilco Steenbergen zijn mobieltje het zwijgen op. Hij geeft het toe: telefoons die zulke rare geluiden maken, vertellen iets over de passie van hun...