Einde van de sociale advocatuur

N. is een vrouw van dertig. Ze ziet eruit als veertig. Twaalf jaar lang was ze getrouwd met een man die haar stelselmatig mishandelde. Vorig jaar wist ze met haar kinderen te vluchten naar een Blijf-van-mijn-lijfhuis. Van daaruit vroeg ze echtscheiding aan. Ze deed ook aangifte van ernstig en herhaaldelijk huiselijk geweld.

N. is bang dat haar man eerwraak zal plegen. Een analyse van het Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld bevestigt haar voorgevoelens. Ze vraagt de rechtbank om haar man uit het ouderlijk gezag te ontheffen en géén omgangsregeling te treffen tussen haar man en de kinderen. Dat is ongebruikelijk: de vader houdt ‘in het belang van de kinderen’ vrijwel altijd het recht om zijn kinderen te zien. Alleen in uitzonderlijke situaties wordt van die praktijk afgeweken. Daarvoor moet bewijsmateriaal in de vorm van deskundigenrapportages van hulpverleners aan de rechter worden overgelegd.

Voor de scheiding zocht N. hulp bij een advocaat....