Klassieker

In 1984 verscheen ter gelegenheid van de boekenweek bij de Bijenkorf ‘De literaire top honderd aller tijden’. Schrijvers en critici zoals Hella Haasse en Kees Fens hadden een lijst ingediend van de naar hun smaak honderd beste boeken en uit al die lijsten was een top honderd samengesteld. Op plaats 20 stond verrassenderwijs niet Voyage au bout de la nuit van Céline, maar Mort à crédit. Mij was gevraagd om een toelichting en ik had geschreven: ‘Dood op krediet is in feite een verkapte autobiografie. Céline vertelt ons over zijn jeugdjaren in een kleinburgerlijk milieu in Parijs. We krijgen een bijna macaber beeld van de sfeer op een Franse kostschool en, bij wijze van contrast, een minstens zo karikaturaal, maar wel buitengewoon humoristisch beeld van het leven op een Engelse kostschool. Daarnaast bevat het boek een niet eerder zo van binnenuit beschreven beeld van het leven van “kleine luyden” in Parijs, van prostituées, en van een welhaast krankzinnige, maar toch...