‘Een slechte vorm van cabaret’, noemde VVD-coryfee Henk Von­hoff het besluit van zijn partij om tot rechtstreekse verkiezingen voor het partijleiderschap en het voorzitterschap over te gaan. Het zesenzeventigjarige erelid moest niets hebben van het geknutsel aan het kiesstelsel dat na de Fortuyn-revolte van 2002 ook bij de liberalen in de mode was geraakt. Politici waren er om besluiten te nemen, niet om over van alles en nog wat hun achterban te raadplegen. Dat was de ‘doodskist voor de democratie’.

Veel bijval kreeg de nestor van de VVD niet. Alles moest anders, moderner, Ameri­kaan­ser! Dus werd de partijvoorzitter voortaan door de leden gekozen en moesten Mark Rutte en Rita Verdonk met elkaar de race aangaan om het lijsttrekkerschap. Van de bloederige taferelen die dat opleverde, hebben de liberalen spijt als haren op het hoofd. Toch worden de messen alweer geslepen. Want de rechtstreeks gekozen partijvoorzitter staat nog steeds in de statuten.

Op een zaterdag...