Kwestie / De vliegende missie in Afghanistan

Het is zeven uur ’s ochtends. De zon is net op. In een Amerikaanse Blackhawk helikopter vlieg ik vanaf Kamp Holland naar de grote vliegbasis vlak buiten de stad Kandahar, een tochtje van drie kwartier. De zijdeuren zijn open, boordschutters hangen half naar buiten, zwarte helmen op, spiegelende brillen. Het toestel vliegt vlak boven de spitse bergtoppen en volgt de valleien. Af en toe komen we akelig dichtbij de rotspartijen.

Doel van het bezoek aan basis Kandahar: een gesprek met Nederlandse F-16-vliegers. Het ministerie van Defensie heeft de afgelopen jaren een beleid van zo groot mogelijke openheid betracht. Journalisten mochten embedded mee met de troepen, op het achtuurjournaal waren beelden van strijdende soldaten te zien en Radio 3 FM en Pauw en Witteman waren te gast bij ‘onze jongens’. De F-16-vliegers waren veel minder in het nieuws. Af en toe verschenen er korte gesprekjes met piloten die steevast alleen met hun voornaam in...