Profiel / Sean Penn

Onbeweeglijk staat hij in het lunchcafé aan de pingpongtafel. Verbijsterd wachten de Amerikaanse jongens die de vreemde snuiter voor een potje pingpong hebben uitgedaagd tot hij eindelijk eens gaat serveren. Hij lijkt wel een standbeeld uit Madame Tussauds, van een punkrocker uit de jaren tachtig. Zwartgeverfd piekhaar in een elektrische schok-kapsel, het gegroefde gezicht lijkwit geplamuurd en de dunne lippen bloedrood. Lange oorbellen en somberzwarte kledij met veel leer, gespen en ritsen completeren zijn verschijning. Maar wat Sean Penns versie van een rockster op leeftijd in This Must Be The Place werkelijk buitenissig maakt, is de trage, bijna verstarde motoriek waarmee hij deze Cheyenne speelt. Zijn uitdossing en schmink doen denken aan Robert Smith, de zanger van The Cure, maar in de wezenloze manier waarop hij beweegt en praat heeft de popster meer weg van de afgetakelde Ozzy Osbourne. Alsof Penn de notie dat Cheyenne in de tijd stil is blijven staan,...