Roman / F. Springer

Zou F. Springer (pseudoniem van diplomaat in ruste Carel Jan Schneider, Batavia, 1932) fictie hebben geschreven als hij levenslang gestationeerd was geweest in Nederland? Ik waag het te betwijfelen. Zijn vertelmateriaal wordt tenslotte gevormd door exotische couleur locale, anekdotiek over de aangespoelden en bannelingen dezer aarde en ooggetuige- en insiderwaarnemingen van levende geschiedenis. Springer had het geluk ‘erbij’ te zijn, op cruciale momenten. Zo ook in de nadagen van de DDR, alwaar hij – van 1986 tot vlak voor de val van de Muur in 1989 – Nederlands ambassadeur was. Gouden materiaal, zoals ook in zijn laatste grote roman Teheran, een zwanezang (1991) – over het vertrek van de sjah en de komst van de ayatollahs. Thematisch saust hij dat materiaal op met flink wat onvervuld verlangen, tragische romantiek en verterende nostalgie, vrij naar voorbeeldschrijver F. Scott Fitzgerald. In de Nederlandse literatuur benadert Springer zo bezien het meest de...