De troetel-Arabier van links Israël

‘Mijn god, wat heb ik verkeerd gedaan?’ roept Sayed Kashua vertwijfeld uit wanneer hij gebeld wordt voor een interview. Er volgt een diepe zucht, waarna hij mij hartelijk bij hem thuis uitnodigt. De mengeling van ironie, zelfspot en een vleugje zelfbeklag is kenmerkend voor Kashua, een jonge Israëlisch-Arabische schrijver die in het Hebreeuws schrijft en in West-Jeruzalem woont.

Hij heeft inmiddels twee romans gepubliceerd en is een flink eind op streek met de derde. Bekender nog is hij van zijn column in de weekeindbijlage van de links-liberale krant Ha’aretz. Door die column, waarin hij Joods Israël een lachspiegel voorhoudt, drogredeneringen doorprikt en zichzelf op de hak neemt, groeide hij uit tot de ’troetel-Arabier’ van links Israël. Een rol die hem in eigen kring op veel kritiek en verdachtmakingen komt te staan, niet in het minst omdat hij schrijft in het Hebreeuws, ‘de taal van de vijand’.

Een mooi voorbeeld van zijn soms bijtende...