Essay

Dezer dagen is het proces tegen de Joegoslavische ex-president Slobodan Milosevic zijn vijfde jaar ingegaan. Bij het Haagse tribunaal is moeilijk te ontkomen aan het gevoel dat iedereen die ­betrokken is bij deze reusachtige juridische exercitie enige slijtage heeft opgelopen. De rechters, aanklagers en griffiers zijn allemaal ouder, grijzer en steeds kribbiger geworden. De rechtszalen zijn aan een opknapbeurt toe, de stoelen op de openbare tribune worden gammel en de stof van de armleuningen is bijna door. Zelfs de onvermoeibare Milosevic, die ondanks talloze gezondheidsklachten nog altijd zijn eigen verdediging voert, is naar zijn zeggen aan een opknapbeurt toe – het liefst in een kliniek in Moskou, waar inmiddels zijn hele gezin woont, weg van de vervolging die het in Servië te wachten staat.

Intussen blijft de Joegoslavische ex-president een lange stoet getuigen à decharge oproepen. Afgestofte politieke marionetten, wonderlijke sympathisanten, hoge leger- en...