Interview post-Amerikaan Joe O’Neill

Het weekblad The New Yorker vergeleek hem met reuzen als Rushdie, Bellow, Naipaul en Fitzgerald. The New York Times prees zijn roman als ‘de geestigste, meest furieuze, veeleisendste en meest desolate roman tot nu toe over het leven in New York en Londen na de instorting van het World Trade Center.’ De kritieken putten zich uit in superlatieven als ‘verbluffend mooi’, ‘prachtig’, en: hij kan ‘geen saaie zin schrijven’.

Joseph ‘Joe’ O’Neill kijkt op een vrijdagochtend in New York verlekkerd naar het pakje Samson op tafel. ‘Mag ik?’ Zichtbaar genietend steekt hij een shagje op en zegt in accentloos Nederlands: ‘Nu proef ik Holland weer. Ik voel me thuis.’

Netherland heet zijn boek en er liggen tal van ‘netherlands’ in verborgen. In de eerste plaats het geboorteland van de verteller van het verhaal, de Nederlandse bankier Hans van den Broek. Ook refereert de titel aan de Nederlandse wortels van New York. En dan is er de persoonlijke hel waarin...