Op 17 december 2011 wisten veel westerse ‘Noord-Koreadeskundigen’ het zeker. Met het overlijden van de conservatief-stalinistische, zonnebrildragende dictator Kim Jong-il en het aantreden van zijn jonge (28), in het Westen geschoolde, goedlachse zoon Kim Jong-un zou het eindelijk gebeuren: het meest gesloten land ter wereld zou opengaan.

Het kon even duren, maar zodra de eerste hervormingen waren doorgevoerd, zou het rap gaan: de communistische monarchie zou ineenzijgen of een soort China of Vietnam worden. Waarna een ‘hereniging’ met het hyperkapitalistische Zuid-Korea het rigide socialisme van de Kim-dynastie de das om zou doen.

Misplaatst optimisme

Dat dit irreële optimisme misplaatst was, is inmiddels zonneklaar – wat de Volkskrant, die onlangs signaleerde dat er in Noord-Korea ‘weer genoten mag worden van het goede leven’, ook mag beweren. In dat artikel wordt alleen gekeken naar de toplaag van de elite in hoofdstad Pyongyang, voor wie het leven inderdaad...