Literatuur / Afscheid van Freud

Ik heb sterk het gevoel dat het met de bijzondere plaats van de droom, als een apart verhaaltje ín een verhaal, in hedendaagse literaire werken langzamerhand gedaan is. De Tolstojs en Hermansen die ons hun symbolische, veelbetekenende dromen opdrongen, raken uitgestorven. Ik kan me, althans in de Neder­landse literatuur van de laatste tijd, geen romans en verhalen heugen waarin dromen nadrukkelijk het verhaal moeten ondersteunen en sturen.

Om mijn vermoeden te bevestigen, las ik een paar toonaangevende romans van de afgelopen jaren door op droomscènes. Veel vond ik er niet. Joe Speedboot, van Tommy Wieringa bijvoorbeeld, een boek vol fantasie en heldendromen, maar nachtelijk dromen doet er niet een. Ook in Gerbrand Bakkers Boven is het stil, een boek vergeven van slaapkamers en bedden, komt geen enkele droom voor. De hoofdpersoon ligt wakker, hoort geluiden, denkt aan zijn ideale land Denemarken, maar dromen, ho maar.

Natuurlijk is de droom niet...