film

H

oop. Een hart onder de riem. Dat is wat de meeste mensen zoeken in de bioscoop. ‘Een onoverwinnelijke held die alle problemen oplost en alles bereikt wat zijn hartje begeert. Het verhaal van Goed tegen Kwaad, waarbij geen twijfel bestaat over de uitkomst. De jongen krijgt het meisje, de schurk zijn verdiende loon en alle dromen komen uit,’ zoals de beroemde Duitse regisseur Fritz Lang al in 1948 schreef.

Zijn beschrijving van de happy ending geldt nog steeds. Net als de vragen die hij stelde over dit ‘despotisch verlangen naar kitsch’: ‘Ik geloof niet dat het Amerikaanse volk naïef-optimistisch is, maar zelfs al was dat zo, waarom willen dan ook Europeanen niets weten van pessimisme en vertwijfeling? Willen de mensen in hun ellende de werkelijkheid ontvluchten? Willen ze gerustgesteld worden, zoals hongerige en verdrietige kinderen zich laten troosten door hun moeder?’
Dat klinkt alsof Lang, net als veel hedendaagse critici, de happy ending ziet als een...