Het zal je maar gebeuren als kabinet. Nog geen jaar aan de macht en nu al zoveel liefdeloze commentaren. Van de fractievoorzitters van de regeringspartijen in de Tweede Kamer – traditioneel de steunpilaren van een coalitie – zou je warme woorden verwachten. Waarom gedragen Pieter van Geel, Jacques Tichelaar en Arie Slob zich dan zo afstandelijk?

Van Geel vlak voor het kerstreces van de Kamer: ‘Het kabinet beschikt over een prachtig regeerakkoord. Maar na de inspiratie moet nu de transpiratie komen.’ Zijn PvdA-collega Tichelaar zag lichtpuntjes: het generaal pardon voor asielzoekers, de huurbevriezing, het bestuursakkoord dat met de gemeenten is gesloten. Maar hoe moeten de problemen in het onderwijs en de gezondheidszorg worden opgelost? En wat gebeurt er met de topinkomens? Daarover bestaat binnen de top van het kabinet geen consensus. Tichelaar: ‘We hebben heel veel op papier gezet, maar nu moet het worden uitgevoerd.’ Fractieleider Arie Slob van de kleine...