‘Het is net alsof dit het schrijversgilde overvallen heeft. Ik was er nogal door uit het lood geslagen en het stelt me ontzettend gerust dat de krantenredacties en naar ik nu hoor ook mijn eigen uitgever zich verzetten. Een van de belangrijkste argumenten tegen spellingherziening is dat je vervreemdt van het woordbeeld. Een schrijver is ook een soort schilder die met zijn penseel woorden van het palet licht. De verschuiving van het woordbeeld is rampzalig voor de intuïtie voor het instinctmatige schrijven. Er glijden bij het schrijven een heleboel beeldjes voorbij, woorden zijn beeldjes. En als ik dan ineens moet wennen aan na-ijver waar een streepje tussen de a en de ij staat, dan is dat rampzalig. Ik betrap mezelf erop, en het is onvergeeflijk dat ze je dat aandoen, dat ik sommige woorden ga omzeilen. Dat ik ze gewoon niet meer gebruik. Terwijl, je moet toch niet bij voorbaat een kleur van je palet weglaten.

Een schrijver overziet met een oogopslag de bladzijde en ziet dat...