Een schommelschip
Een vriend. Dat spreken haar huisgenoten uit met een rommelende r. Ze hebben allemaal krulharen, zo met zijn vieren naast elkaar op één doorgelegen leren fusiebank. Daar zijn ze strikt in, in dat vriend-hebben, vriend-zijn. Het zorgt ervoor dat ik een meisje naast een meisje ben zoals twee vriendinnen samen bij gebrek aan plek op één stoel kunnen zitten. Daar zit niets achter. Dat kan niet.
Van verregend zijn wordt niemand mooier. Zij wel. Haar haren die ze met haar vingers in brede stroken naar achteren kamt, het water dat haar glimmender en donkerder maakt, alsof iemand alleen waar zij staat het licht heeft uitgedaan. Het maakt dat ik haar wil naderen, haar gladde watervlugge lijf.
We koken samen. Ze gooit met tomatenpuree en pestopotjes, schuift pepers in ons...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.