Ik zie niet de oudere nicht, maar mijn oudere nicht. Ik ken haar sinds mijn vroegste jeugd, en zij mij nog wat langer. Dochter van oom en tante, nicht van mij, zo steekt het in elkaar. Herinneringen aan

logeerpartijen in het verre Amsterdam, waar nicht woonde. Zij was vroeger veel ouder dan ik, zij was al ver op het gymnasium en had meningen en standpunten, die heel toevallig precies tegengesteld waren aan die van haar vader. Zij discussieerden dan, en mij werd toen nog niks gevraagd, maar ik was het stiekem altijd met nicht eens. Dat leeftijdsverschil hebben we nu zo’n beetje on­gedaan gemaakt, want we zijn twee middelbaren die ergens gaan eten.

Dit is geen familietraditie, maar eentje die wij zelf hebben uitgevonden. Hoe ging dat vroeger: er was mijn vader en toen alleen nog mijn moeder, maar die onderhield het contact met de familie en met mij, en zo hoorden nicht en ik als vanzelf over elkaar, wij figureerden in telefoongesprekken, wij hoefden dus geen moeite te doen om enig...