17-11-2007
Door Carolina Lo Galbo

Niccolò Ammaniti doet het liefst zo weinig mogelijk, en als succesvol schrijver van rauwe, hilarische boeken lukt hem dat vrij aardig.

‘Ik ben aartslui van nature.’ Schrijver Niccolò Ammaniti leunt achterover in zijn gigantische sofa en gaapt. Een baard omlijst zijn onuitgeslapen gezicht, waarin twee donkere ogen twinkelen. Hij draagt een wollen trui en een corduroy broek, en is met zijn blote voeten zo in zijn Clarks gestapt. Gisteren heeft hij met zijn familie en vrouw tot diep in de nacht gedineerd, in dit ruime appartement in een residentiële buurt van Rome. Veel praten en drinken. Vanochtend vroeg stond er al een studente op zijn stoep, met een reeks vragen in de aanslag voor de afstudeerscriptie die ze over Ammaniti’s werk schrijft. ‘Vrij vermoeiend allemaal,’ vindt Niccolò Ammaniti. ‘Vooral als je zo ontzettend lui bent als ik. Maar ik klaag niet. Het is altijd mijn doel geweest om zo min mogelijk uit te voeren, en met het...