Er is zo’n populaire kreet die verordonneert dat politici zich bij voorkeur onder ‘het volk’ moeten begeven. Die kreet kan bij links van oudsher op nogal wat aanhang rekenen. Nu wil de ironie dat ik in mijn dagelijkse Amsterdamse leven één politicus vaak ‘in het wild’ tegenkom. Met in het wild bedoel ik: op heel gewone plekken, zoals een lunchroom, op straat, of in de metro.

Die (ex-)politicus is Frits Bolkestein, een man die toch niet de volkse trekken heeft van wijlen Jan Schaefer, maar die je eerder zou typeren als een heer van stand. Hij begeeft zich desalniettemin zonder schroom onder de ‘gewone mensen’, en gelukkig sleept hij nooit een zeepkistje met zich mee.

Zo ook dit weekend: ik zag Bolkestein zitten op een bankje van de metrohalte Weesperplein, wij spraken even, en ik complimenteerde hem met zijn pas verschenen krantenstukje. Daarin kritiseert Bolkestein Rob Riemen, auteur van het pamflet De eeuwige terugkeer van het fascisme, waarin Geert Wilders als...