‘Float like a butterfly, sting like a bee.’ Jeroen Vullings herdenkt de grootste bokser aller tijden, zijn ongeëvenaarde techniek en ongeëvenaarde karakter.

Het beste commentaar gisteren op de dood van de vierenzeventigjarige Muhammad Ali kwam gisteren via Facebook van de legendarische Nederlandse bokser Rudi Koopmans: ‘Een lijdensweg de laatste 25 jaar. Maar we hebben genoten van deze man.’ Raker gezegd dan het eerbiedige ‘R.I.P. Legend’ dat overal op de sociale media weerklonk. Muhammad Ali (Louisville, Kentucky, 1942), of Cassius (Marcellus) Clay zoals hij voor zijn bekering tot de islam heette, heeft een lang leven geleid na de jaren dat hij een legende werd, na de 61 gevechten, na de 548 rondes die hij doorstond. Trillend van de ziekte die hem gijzelde verscheen hij af en toe ergens in beeld, en wederom sloot ik hem in mijn hart.

Als bokser was hij een icoon: hij was intelligent, eloquent, knap, trots, geestig, baldadig, eigengereid, sociaal bewogen en hij leek...