Na de aanslag op Charlie Hebdo richtte luitenant-kolonel Mostafa Hilali de Facebook-pagina ‘nietmijnislam’ op. Hij is ervan overtuigd dat geweld soms onontkoombaar is, maar het probleem nooit oplost: ‘Je moet zo snel mogelijk met elkaar om de tafel en de oorzaak van het conflict onder ogen zien. Datzelfde probeer ik toe te passen buiten defensie.’

In Bosnië voelde luitenant-kolonel Mostafa Hilali zich voor het eerst geroepen buiten het leger iets te doen voor de samenleving. In 1998 zat hij op de Nederlandse basis Šišava, hartje Bosnië, waar Serviërs en Bosniaks hun zwaar gesegregeerde levens leidden. Hilali was nog maar twee jaar soldaat en wist niet wat hij zag. De oorlog tussen beide bevolkingsgroepen was al drie jaar voorbij, maar overal stonden kapotgeschoten gebouwen en lagen landmijnen. Hij kwam zowel met Serviërs als Bosniaks in contact en hoorde hoe vergroeid ze voor de oorlog met elkaar waren geweest. Ze trouwden met elkaar en vierden samen Kerst en Offerfeest.

‘Ik dacht: mijn God, hoe fout gaat het wel niet als een samenleving zó uit elkaar spat? Ik hoorde over de walgelijke gruwelijkheden die ze elkaar hadden aangedaan, het totaal vergeten van de menselijkheid van de ander. Dat waren zulke extreme, extréme misdaden. En dan ook nog gepleegd door gewone burgers, niet door terroristen, hè? Nee, door mensen die naast elkaar woonden en bij elkaar aanklopten en zeiden: “Joh, je bent best wel aardig geweest de afgelopen dertig jaar, dus daarom geef ik je een kans, als je nu je spulletjes pakt en weggaat, steek ik je huis pas morgenochtend in de fik.” Het was bizar.’

Terug in Nederland meldde hij zich bij Tans, een netwerkorganisatie voor hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders. Daarna zat hij bij het Amsterdams 4 en 5 mei Comité en was hij bestuurslid bij het Joods-Marokkaans Netwerk. Nog steeds zit hij in de Atlantische Commissie, die zich bezighoudt met trans-Atlantische veiligheidsvraagstukken. Na de aanslag op Charlie Hebdo, in januari 2015, richtte hij met vier vrienden de Facebook-pagina ‘nietmijnislam’ op, om duidelijk te maken dat IS en al die andere radicale groeperingen hun religie misbruiken. Binnen korte tijd kreeg de pagina bijna 30.000 likes en wekelijks rond 90.000 bezoekers die geregeld met elkaar in discussie gaan. Sinds de schietpartij in een gaybar in Orlando staat er een hartje in regenboogkleuren op.

Steeds vaker wordt Hilali gevraagd schoollessen en lezingen te geven, zoals onlangs een Vrijheidscollege in Utrecht, waarin hij sprak over angst. Als uitgangspunt nam hij een gezegde van Star Wars-personage Yoda: ‘Angst leidt tot boosheid, boosheid leidt tot haat, haat leidt tot lijden.’ Zijn conclusie: mensen met varkensmutsen zijn bang voor moslims en omgekeerd, iedereen is aan het lijden, niemand wordt hier beter van. Hoe komen we uit deze situatie? We moeten onze angst onder ogen zien. ‘Bent u bang voor de islam?’, vroeg hij zijn toehoorders. ‘Ga eens naar een moskee, het liefst zonder varkenskop en ga het gesprek aan.’

Er zijn mensen die tegen Mostafa Hilali zeggen dat hij soft is, met zijn verhalen over empathie en toenadering. Ze kunnen deze houding niet rijmen met zijn dagelijks werk. Hilali is intussen twintig jaar militair en werkt bij de staf van de landmacht in de Kromhout Kazerne in Utrecht. Hij is er plaatsvervangend hoofd van de afdeling Uitvoering en verantwoordelijk voor trainingen, operaties en oefeningen. Maar begin tegen hem niet over het verschil tussen zijn eventuele softheid en de hardheid van het leger, want dan zegt hij: ‘Hoezo valt het een niet met het ander te rijmen? Ik vind mezelf totaal niet soft.’

Foto: Robin de Puy

Bij de landmacht denk je aan vechten, gaat dat samen met de vredelievende boodschap die u verkondigt?
‘Het is heel goed dat je bij de landmacht denkt aan vechten. Want dat is wat we doen: vechten voor vrede en veiligheid. Ik ben geen pacifist. Ik vind dat geweld soms nodig is om een groter kwaad te stoppen. Maar ik geloof oprecht dat vechten het onderliggende probleem niet oplost, dus daarna moet je zo snel mogelijk met elkaar om de tafel en de oorzaak van het conflict onder ogen zien. Datzelfde probeer ik toe te passen buiten defensie. We kunnen bijvoorbeeld op social media wel blijven vechten, blijven hameren op hoe dom en slecht die ander is, ik maak me er soms ook schuldig aan, maar daarna moet ik toegeven dat het niets oplost.’

O ja, u bent soms ook fel?
‘Ik haal soms uit, maar het verhardt alleen de standpunten. Je hebt gewonnen want die ander had even geen weerwoord op Facebook of Twitter. Nou, lekker belangrijk. Wat heb je dan in godsnaam gewonnen?’

Wat draagt u uit na zo’n aanslag als in Orlando?
‘Dit soort lui plegen hun afgrijselijke misdaden juist om ons tegen elkaar op te zetten, waardoor ze uiteindelijk hopen te winnen. Het is niet zomaar dat ze zich richtten op een Joodse supermarkt en uitgaansgelegenheden in Parijs, en nu weer op een homobar. Ze weten dat ze dan de sterkste reactie krijgen. Boosheid na zo’n aanslag is begrijpelijk, maar besef wel: de bad guys willen dat we boos worden, ze rekenen erop. Dus we moeten proberen onze negatieve emoties te ontstijgen. We moeten ons niet uit elkaar laten drijven.’

‘Half-neger’

De Kromhout Kazerne is niet wat je je als leek voorstelt bij een kazerne. Er is een paspoortcontrole bij de ingang en er zijn slagbomen, maar daarna ligt er een uitgestrekt, landelijk terrein in de zon te bakken, met boompjes, bankjes en kantoorachtige zwartglazen gebouwen. In een van die gebouwen werkt Hilali. Voor de gelegenheid neemt hij plaats in een rustige vergaderkamer. Hij draagt zijn uniform, het dagelijks tenue, maar dan zonder jas en binnen gaat de baret af.

Bosnië zette hem aan tot maatschappelijke betrokkenheid, maar daaraan gingen in Nederland nog wat ervaringen vooraf. Hilali werd in 1973 geboren in Meknes, Marokko, en verhuisde op zijn derde naar Amsterdam, waar zijn vader al vijf jaar werkte als vrachtwagenchauffeur. Toen zijn vader besloot de Nederlandse nationaliteit aan te vragen, was Hilali achttien en moest hij dit soort zaken zelf regelen. Hij zag af van een Nederlands paspoort omdat hij niet onder de militaire dienstplicht wilde vallen die toen nog gold.

In diezelfde periode liep hij op een avond met een vriendin door het centrum van Amsterdam en sloegen vier Hollandse mannen hem in elkaar. Ze riepen dat hij als ‘half-neger’ niet met hun meisje mocht lopen. Ze braken zijn kaak op twee plekken en wat hij nog pijnlijker vond: dat de omstanders niet in actie kwamen. ‘Die vier mannen waren natuurlijk gewoon idioten, maar al die anderen die niets deden…’

Die waren medeplichtig?
‘Dat vind ik een te groot woord. In ieder geval vond ik het heel erg dat ze niets deden. Ook dat heeft mij gevormd. Ik wil niet aan de zijlijn staan als ik denk dat er iets moet gebeuren. Ik weet hoe het is als je aan de beurt bent en mensen staan alleen maar te kijken. Niemand wil in die situatie zitten.’

Het incident heeft u veel gedaan.
‘Ja, tuurlijk. Het grappige was: daarvoor was ik nooit bezig met de vraag: wie ben ik? Ik was Mostafa. En ja, Mostafa was geboren in Marokko maar hij was gewoon Amsterdammer. Het was geen issue voor mij. In mijn puberteit liep ik wel tegen wat dingen op en werd ik recalcitrant op school, maar dat had te maken met mijn karakter. Ineens stond ik op school op de barricaden te schreeuwen. Ik had last van een extreem rechtvaardigheidsgevoel en als er dan iets in de klas gebeurde, zei ik: “Jongens, dit kan toch niet?”’

Thuis had u daar geen last van?
‘Nee, daar was geen ruimte voor. Mijn vader en moeder waren er heel simpel in: luister, je woont bij ons in huis, je gaat naar school en haalt goeie cijfers, dit is hoe het werkt. Dus ik ging naar school en was moeilijk, maar haalde goeie cijfers en mijn identiteit was nooit een probleem. Ik wist wie ik was en na dat incident met die vier mannen dacht ik voor het eerst: what the fuck, ik ben klaarblijkelijk niet zoals de rest, ik schijn dus op te vallen. Dat kwam als een schok binnen.’

Kwam u tijdens uw puberteit niet in opstand tegen uw opvoeding? U zei tijdens een TEDx dat de hiërarchie van het leger u bekend voorkwam van thuis.
‘Ik heb een heel duidelijke, islamitische opvoeding gehad. Het was thuis streng, maar niet autoritair en ik heb ontzettend veel ruimte gehad. Toen mijn eerste vrouw graag in de kerk wilde trouwen, zaten mijn ouders vooraan mee te zingen. “Een huis van God is een huis van God en elke zegen die je krijgt, is een extra zegen,” zeiden ze. Ik heb een supergoede relatie met mijn ouders. Er was gewoon iets in mij dat moeite had met autoriteit. Dat klinkt vreemd…’

Precies, ik wil net zeggen: hoe moet dat in het leger?
‘Toen ik achttien was, had ik om die reden geen zin in de dienstplicht. Maar ik word nu niet meer gedwongen, ik heb gekozen voor het leger.’

U heeft een poosje de lerarenopleiding Engels gedaan maar dat beviel niet. Daarna heeft u bij een bank gewerkt en dat was het ook niet.
‘Ik kreeg een interne opleiding tot boekhouder en die had ik afgerond met hartstikke nette cijfers, maar ik dacht: ga ik dit de rest van mijn leven doen? Is dit het dan? Ik merkte dat ik zo ongelukkig werd van die gedachte. In 1996 liep ik toevallig langs een banenwinkel van de landmacht en ik dacht: mmm, misschien nog niet zo slecht, laat ik dat proberen. Toen heb ik alsnog de Nederlandse nationaliteit aangevraagd.’

U was 22. Toen was autoriteit niet erg meer?
‘Ik heb geleerd dat autoriteit niet alleen inhoudt: jij moet doen wat ik zeg. Het is ook verantwoordelijkheid nemen. Het is mijn taak dat de mensen onder mij hun werk zo goed mogelijk kunnen doen en dat zij daarin de bescherming krijgen waar ze recht op hebben. En ik weet dat mijn baas dat op zijn beurt ook zo ziet. Dat is de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt.’

Loyaliteit

Drie jaar na Bosnië waren de aanslagen op de Twin Towers, waardoor hij steeds sterker het gevoel had dat hij zijn stem moest laten horen. Ineens zeiden mensen tegen hem dat moslims toch primair trouw zijn aan de islam, dus hoe zat het met zijn loyaliteit aan Nederland en de landmacht? Hij beet van zich af. Dan antwoordde hij bijvoorbeeld: ‘Wie denk je wel dat je bent? Hoezo is er iets mis met mij? Ik heb op dezelfde vaandel als iedereen bij defensie een eed gezworen.’ Of: ‘Je mag best dit soort gekke dingen roepen, maar besef je wel dat dat allemaal kan omdat je vrij bent en er mensen zijn, zoals ik, die jouw vrijheid beschermen?’

Iemand zei laatst dat de angst ons tot sociale hypochonders maakt en zo is het. We zijn doodsbang voor de ander.

Bij discussies over zijn dubbele paspoort vertelde hij over zijn oud-oom die Europa hielp bevrijden van de nazi’s, terwijl hij niet eens een paspoort had. ‘En NSB’ers hadden één paspoort en ze hebben Nederland keihard laten vallen, dus wat zegt nou een paspoort?’ Meestal kreeg hij dit soort opmerkingen van mensen buiten het leger, maar eenmaal was er een collega die zei: ‘Waarom doen jullie moslims dit toch? Waarom vallen jullie mensen aan?’ Ze hadden net uren samen op de schietbaan doorgebracht en zijn woorden deden pijn. Hoezo hoorde hij ineens bij ‘jullie’ en niet langer bij ‘wij’?

Ontwikkel je niet een dikke huid voor dit soort vragen?
‘Ik heb zeker een dikke huid gekregen, maar ik maak de bewuste keuze dat het nooit went. Ik wil niet dat dit normaal wordt, dus ik reageer er elke keer weer op.’

Ik denk dat veel niet-moslims niet snappen wat ze fout doen met dit soort vragen.
Fel: ‘Ik vind het verbazingwekkend dat mensen in 2016 nog steeds niet begrijpen wat de kracht van het woord is. Als mensen zeggen: “Ik snap niet waarom je gekwetst kunt zijn,” dan denk ik: heb je de laatste jaren liggen slapen? Ik vond het zo mooi wat Freek de Jonge laatst zei in De Wereld Draait Door: Je mag kwetsen, maar dan heeft iemand anders het recht om gekwetst te zijn.’

Veel mensen vonden dat slap van Freek de Jonge, las ik.
‘Iedereen mag zeggen wat hij wil, dat is vrijheid van meningsuiting. Maar zeggen dat je je soms gekwetst voelt, valt dan niet onder de vrijheid van meningsuiting?’

In uw Vrijheidscollege stelde u dat wij vijftien jaar na 9/11 allemaal lijden. Waar ziet u dit aan?
‘Ik kan niet tot een andere conclusie komen als ik om me heen kijk. Iemand zei laatst dat de angst ons tot sociale hypochonders maakt en zo is het. We zijn doodsbang voor de ander, waardoor we overal existentiële problemen zien en om die op te lossen zijn we bereid over grenzen heen te gaan. Kijk naar de verruwing van ons taalgebruik.’

Er zijn volgens mij zat mensen die het heerlijk vinden om te zeggen wat ze denken.
‘Misschien wel. Maar ik vraag me echt af: als je een gesprek met iemand voert in het duister van de nacht, zonder camera’s erop, zou hij of zij het dan nog steeds zo leuk vinden om anderen te beledigen? Ik heb toch de idealistische gedachte dat mensen aardig gevonden willen worden.’

U ergert zich aan die verruwing?
‘Tot op zekere hoogte. Ik heb eens in een debat gezeten met Ehsan Jami, een ex-moslim die heel luide, zware dingen zat te roepen over de islam. Ik vroeg hem: “Wat wil je nou bereiken?” Zijn doel was dat er binnen de islam wordt nagedacht over een aantal taboes, homoseksualiteit, vernieuwing en moderniteit, et cetera. Ik antwoordde: “Ik ben daar ook voor, dus op inhoud heb je mij mee. Maar de manier waarop je het zegt, zorgt ervoor dat ik me van je afkeer. En als ik dan al iemand ben die openstaat voor jouw boodschap, hoe denk je in godsnaam iemand mee te krijgen die nog op inhoud moet worden overtuigd?”’

Grofheid mag, maar u vraagt zich af hoe effectief het is.
‘Ik zie graag het sluitende bewijs dat door de Mohammed-cartoons moslimradicalisering is aangepakt, het terrorisme is verminderd en er een vruchtbaar islamdebat is gevoerd. Volgens mij is eerder sprake van het tegenovergestelde. Volgens mij kunnen we alleen maar vaststellen dat in sommige moslimkringen de gelederen nog meer zijn gesloten en sommige jongeren nog meer in een isolement terecht zijn gekomen.’

Ons lijden is volgens u terug te voeren op angst. U begrijpt de angst voor aanslagen wel, toch?
‘Natuurlijk begrijp ik dat mensen geraakt worden door die afgrijselijke aanslagen en dat ze daarna in hun eerste instinctieve reactie bang zijn. Maar ik vind het bijzonder dat ze vervolgens zeggen: het komt allemaal door de islam. We mogen best ons intellect gebruiken en ons afvragen hoe reëel deze gedachte is. Stel dat inderdaad in de Koran staat: je moet alle niet-moslims doden. Dan zijn wij collectief heel slechte moslims, want van die 1,5 miljard geeft maar een minuscuul aantal invulling aan dat gebod.’

Het punt is natuurlijk: er hoeft er maar één tussen te zitten die geweld gebruikt. Kijk naar Orlando.
‘Ik zeg ook niet dat een aanslag onmogelijk is. We moeten ons alleen afvragen waarom terroristen dit soort dingen doen. Dat doen ze niet omdat ze denken dat ze met zo’n aanslag van ons kunnen winnen. Zoals gezegd: ze willen angst en verdeeldheid zaaien en een overreactie uitlokken. Dit soort gekken wil dat wij onszelf verslaan en alles kapotmaken wat we hebben opgebouwd.’

Foto: Robin de Puy

U heeft het vooral over moslimterroristen die angst zaaien. Vindt u niet dat er meer groepen zijn die dat doen?
‘Je hebt natuurlijk ook extreem-rechts dat zit te roeptoeteren: we verliezen onze identiteit, onze Nederlandse cultuur en Nederlandse tradities. Dan denk ik: jongens, ik zie niemand meer in een boerenkiel en op klompen rondlopen, niemand heeft je gedwongen een spijkerbroek te gaan dragen, dat heb je vrijwillig gedaan. Alles waar “extreem” voor staat, komt op hetzelfde neer: wij-zij-denken, wij van dit ene beperkte clubje zijn goed en de rest is fout, en dat is terecht want kijk maar hoe eng die ander is.’

Leeft er angst onder moslims voor hun toekomst in Nederland?
‘Die leeft heel sterk. Dat komt doordat moslims bij elk incident een gezicht zien. Als bij een meisje een hoofddoek wordt afgerukt, is dat voor veel mensen een abstract gegeven, maar als moslim zie je dan iemand voor je die je kent. Daardoor komt het veel harder binnen. Maar ook van die angst kun je je afvragen: hoe reëel is die? Er zijn stevige incidenten geweest, er zijn moslims bespuugd, uitgescholden, mishandeld, er lagen varkenskoppen bij moskeeën en er is een molotovcocktail naar een moskee gegooid, maar mensen die deze dingen doen, zijn gepakt en berecht. We moeten nu niet doen alsof er pogroms in Nederland zijn.’

Houden moslims hun angst niet vooral binnenskamers?
‘Online zie ik steeds meer moslims zeggen dat het in Nederland de verkeerde kant op gaat. En dan komt er van niet-moslims vaak de reactie: doe niet zo slachtofferig. Een bijzondere reflex, want deze mensen willen wel dat moslims begrip hebben voor hun angst na de aanslagen in Parijs of Brussel, maar als een moslim bang is voor incidenten een stuk dichterbij, moet hij niet het slachtoffer spelen. We zijn constant bezig met roepen dat de ander niet zo moet zeiken, dat zijn angst niet reëel is. We zouden beter wat empathie voor elkaar kunnen tonen en kijken: hoe komen we hier uit. Noem me soft, noem me idealistisch, mij maakt het niet uit, maar laten we het in godsnaam doen. Dat andere doen we nu al jaren en het helpt ons niet.’

Met het andere bedoelt u: alles benoemen?
‘Ja, wat hebben we daarmee gewonnen? Wat benoemen we dan?’

Dat er relatief veel criminaliteit onder Marokkaans-Nederlandse jongens is?
‘Klopt. En dan? We doen al jaren niks anders dan benoemen. En de mensen die het hardst bezig zijn met benoemen komen elke keer met een nieuwe benoeming van het al eerder benoemde. En als je dan vraagt: wat hebben we er nu aan dat jij dit benoemt? Dan komt er meestal niks uit. Kom ik weer op effectiviteit. Wat helpt ons dit nou? Als ik nu eens benoem dat autochtone Nederlanders oververtegenwoordigd zijn in de cijfers over kindermisbruik…’

Is dat zo?
‘Check het maar. Goed, dan gaan we dat benoemen. En dan? Gaan we dan allerlei draconische maatregelen nemen? Moeten we zeggen: om onze kinderen te beschermen is het essentieel om preventief alle blanke mannen in de buurt van kinderen te screenen? Of laten we een straatverbod voor deze mannen rondom scholen instellen? Iedereen zal het onzin vinden. Waarom vinden we zo’n discussie dan wel normaal als het gaat om Nederlandse jongens van Marokkaanse afkomst?’

Er zijn politici die na het benoemen oplossingen beloven: de-islamiseren.
‘Dat is het makkelijke antwoord. Stel dat morgen de Marokkaans-Nederlandse vertegenwoordiging in de criminaliteitscijfers in balans is, wat dan? Hebben we dan een gigantische regenboog boven Nederland? Is dan de AOW gestegen? Is het zorgstelsel weer prima in orde en worden onze bejaarden in verzorgingshuizen vaker gewassen?’

Uit de mond van sommige politici lijkt het alsof we in een paradijs terechtkomen met minder islam.
‘Natuurlijk is dat bullshit. Maar moslims zijn the root of all evil in Nederland, voor zoveel politici, dus goed, stel dat morgen een miljoen moslims hun koffer pakken. Degenen die een grote mond hebben over moslims daag ik uit om door te laten rekenen – niet door een nepbureautje maar een echt, wetenschappelijk bureau – wat de effecten zijn. Ons hele systeem zou keihard crashen. En by the way: terroristen zouden ervan smullen, want dan hebben we onze eigen democratische rechtsprincipes weggespoeld. Je mag het collectief nooit straffen voor het gedrag van het individu.’

Bent u zelf wel eens bang?
‘Ik heb een moeder en een zusje met een hoofddoek en ik ben soms bang dat er iets met hen gebeurt. Het zijn oprecht lieve mensen en ik weet dat ik niet altijd bij ze kan zijn om ze te beschermen. Ik ben wel eens bang voor mijn zoon van anderhalf. Dan vraag ik me af: maakt hij deze onzin op de middelbare school ook nog mee? Maar ik wil me niet door mijn angst laten leiden. Ik wil proberen te denken: laten we er iets van maken in de hoop dat mijn bange gedachten niet uitkomen.’

Hypochondergedrag

In april 2015, drie maanden nadat ‘nietmijnislam’ was begonnen, besloten Hilali en de vier andere oprichters een zaaltje te huren voor degenen die elkaar eens anders dan online wilden ontmoeten. Maar dat zaaltje was nergens te krijgen, omdat alle zaalverhuurders weigerden. ‘Dat is dus wat ik bedoel met sociaal hypochondergedrag. Omdat het woord “islam” viel, was iedereen opeens bang,’ zegt Hilali. ‘Niemand die ons de vraag stelde: waar staan jullie voor? Nee, ons verzoek werd meteen afgeketst.’ Uiteindelijk lukte het door tussenkomst van het ministerie van Sociale Zaken een plek te vinden.

Alles waar “extreem” voor staat komt op hetzelfde neer: wij zijn goed en de rest is fout.

Zakte de moed hem niet in de schoenen? ‘Enerzijds wel, maar dan kom ik weer op het punt: en dan? Als ik ermee kap, wat dan? Ja, dan houdt het op en dat wil ik niet.’ Hij en zijn vrienden hebben nooit voor ogen gehad dat ‘nietmijnislam’ een beweging wordt, maar wel dat de Facebook-pagina duidelijk maakt dat IS de islam door de modder sleept en dat moet stoppen. Hilali ziet dat steeds meer moslims die boodschap uitdragen.

In uw Vrijheidscollege zei u dat we elkaar moeten vinden in een gezamenlijk ideaal, zodat we de angst overwinnen. Waar denkt u dan aan?
‘Ik denk aan de vrijheid om te zijn wie je wilt in dit land. Of laten we kijken naar de vluchtelingen. Stel dat jij zegt: we moeten geen vluchtelingen opnemen. En stel dat we er over een aantal jaren achter komen hoeveel mensen daardoor dood zijn gegaan. Wat zeg jij dan tegen je kinderen als ze vragen wat jij daarvan vond? Zeg je dan: ik vond dat de grens dicht moest, we moesten aan onszelf denken? Niemand gaat dat zeggen, we voelen allemaal aan dat het niet oké is. We willen niet dat onze kinderen van ons denken dat we mensen hebben laten stikken. Maar als we dat nu al weten, waarom handelen we er dan niet naar?’

Dus er mogen van u meer vluchtelingen naar Nederland?
‘Ik zeg niet: laat iedereen maar binnen. Maar we weten dat er mensen in nood zijn, dus wat nou als er honderd in een dorp komen wonen?’ Met nadruk: ‘Dat is niet het einde van de wereld, dan begint Armageddon niet.’

Het leger heeft ook een ideaal: zorgen voor vrede en veiligheid. Is dat ook waarom het u zo aanspreekt?
‘Absoluut, dat is het hogere doel. Daarnaast heb je het ideaal van de kameraadschap, de broederschap. Dat heeft mij erg geholpen. Nadat ik in elkaar was geslagen, liet ik jarenlang niemand meer dichtbij komen. Ik dacht: wie kan ik nog vertrouwen, wie gaat echt iets voor mij doen? Ik zat met mezelf in de knoop en later eindigde ook nog mijn eerste huwelijk in een scheiding.’

Wat gebeurde er vervolgens in het leger met u?
‘Ik ging mensen weer vertrouwen. Dan zat ik midden in een bos en ook als ik mijn ogen dicht had, wist ik: links van mij zit op vijf meter een maatje en rechts van mij zit op vijf meter een maatje, ik weet niet precies wie, maar ze zitten er, dat weet ik honderd procent zeker. En trouwens: ook mijn huidige vrouw heeft mij geholpen, zij is heel erg van de zelfontwikkeling.’

Ik heb begrepen dat in het leger uw geloof eigenlijk nooit een probleem is geweest.
‘Nee, als ik op een slaapzaal wilde bidden, ging de rest rustig op zijn bedje zitten en stond iemand anders voor de deur tegen mensen te zeggen: “Hilali is aan het bidden, wegwezen.”’

Bij uw TEDx zag ik een foto van een veldmoskee die uw manschappen voor u hadden gemaakt.
Hij lacht. ‘Dat was een pantservoertuig dat ze voor de grap hadden ingericht als moskee. Ik was hun commandant en dit hadden ze voor mij gedaan. Ik vond het prachtig.’

U bent na Bosnië nog uitgezonden naar Afghanistan en Irak. Hoe was dat voor u?
‘Mijn eenheid ging, mijn maatjes gingen, dus ging ik ook, dat stond voor mij niet ter discussie. Los daarvan: als moslim kon ik een meerwaarde leveren. In Afghanistan zei een dorpshoofd tegen ons: “Er schiet niemand raketten vanuit dit dorp,” terwijl duidelijk was dat het wel gebeurde. Toen trok ik een Koran uit mijn borstzak en zei: “Zet je hand erop en zweer, dan gaan we weer weg.” Dat dorst hij toch niet te doen en daarna kreeg het gesprek een andere wending. Dat had een niet-islamitische collega niet kunnen doen.’

Er wordt gezegd dat door dat ingrijpen in Irak IS is ontstaan en daar hebt u weer last van. Wat denkt u daarvan?
‘Achteraf weet iedereen alles beter. Dus daar kan ik niet zoveel mee. Daarnaast: er zijn duizend-en-één factoren voor het ontstaan van IS.’

Bent u hoopvol dat we de angst gaan verslaan?
‘Ik ben hoopvol omdat steeds meer burgers initiatieven ontplooien. De zwijgende meerderheid is niet meer zo zwijgend, steeds vaker hoor je mensen zeggen: ik ben het zat, al dat gekrijs van de radicalen tegen elkaar. Ik ben blij met acteur Nasrdin Dchar die een verbroederingsmars door Amsterdam organiseert. En heb je die selfie gezien van dat Belgische, gehoofddoekte meisje bij een demonstratie van Vlaams Belang? Die foto zei simpelweg: love conquers hate. Dat is toch briljant? Dan ben je toch klaar?