Poëzie / Leeflang postuum

In 2008 overleed de dichter Ed Leeflang. De bijna affe bundel die hij achterliet, verschijnt nu postuum en onder de redactie van Judith Herzberg (zie ook VN 10) onder de titel Gaandeweg, een titel die door de omstandigheden veelbetekenend lijkt: terwijl hij nog bezig was, vertrok hij. In zo’n laatste bundel speur je als vanzelf naar gedichten over sterfelijkheid en dood en die zijn er ook. Zo is er een gedicht waarin de ik hoopt in een volgend leven geen dier of iets met een ziel te worden, dan liever bron of wind. En in het gedicht ‘Donor’ stelt hij zich in het verkeer voor:

Er zit al iemand in de file

die mijn organen nodig heeft.

Gaandeweg is een echte Leeflang, met dat onverwisselbare, soepel meanderende idioom, de treffende observaties en de haast programmatische ode aan eenvoud. Zelfs mystiek, toch een heel eerbaar goedje in de dichtkunst, lijkt bij deze dichter al te hoog gegrepen, als hij in een gedicht over de Oosterscheldevissers opmerkt: En zij...