‘Geen geloof, geen cultuur, geen benul’

Goed om zo’n dickensiaanse conservatief het eigene van de literatuur te zien verdedigen: mythen, leugens, verguldsel en een wereldbeeld.

De eerste indruk bij de essaybundel Morgen heten we allemaal Ali: Gerrit Komrij (1944) heeft zijn straatje aangeveegd. Voorjaarsschoonmaak, verzamelbundel, bric-à-brac. Nogal wat kende ik immers: zijn lezingen over respectievelijk zijn jarenzestiggeneratie, homoseksualiteit en polemiek; ook is een eerder boekje over Richard Wagner integraal in deze bundel opgenomen. Zelf zegt hij weliswaar in de Verantwoording dat de teksten ‘ruimhartig herzien een aangevuld’ werden, dus in fris verband gezien moeten worden, maar dat is op die plaats meestal een standaardformulering.

Hier niet. Komrij heeft die zo diverse teksten tot een verrassende eenheid gesmeed. Morgen heten we allemaal Ali leest als een indirect zelfportret. ‘Via’ is het sleutelwoord: in dit boek en in Komrijs kunst-, literatuur- en...