Fotodocument / Neorealismo

Wie ooit met zwavel in aanraking is geweest, weet dat zwavel brandt. Het brandt zich je huid in, het schroeit het slijmvlies van keel, neus, ogen en longen, het keert je maag binnenstebuiten, het bedwelmt je geest. Maar kijk, daar staat een naakte man diep in een Si­ci­li­aan­se zwavelmijn. De oorlog is nog niet zo lang voorbij, een jaar of acht. Als een fotograaf in de periode van het fascisme het lichaam van een dergelijke man zou hebben willen vereeuwigen, dan zou de afgebeelde houding de starthouding van een hardloper zijn geweest, van de topsporter bij de aanvang van zijn run op goud en glorie, van de speerwerper die zijn speer nawijst; hij zou de schoonheid van het lichaam verheerlijkt hebben. Nu, in 1953, gaat het op de foto ook om gespierdheid en lichaamskracht, maar die worden ingezet voor een ander doel: er moet een kar vol uitgehouwen brokken zwavel door een mijngang naar de buitenwereld worden geduwd. Maar met dit sterke mannenlichaam valt...