Dit weekend begon het nieuwe boekenseizoen met het festival Manuscripta. Debutant Jente Posthuma werd er geïnterviewd. En probeerde een anekdote te vertellen.

De ochtend voor de officiële opening van het boekenseizoen speelden tweeëntwintig achtjarige meisjes een voetbalwedstrijd in Amsterdam-West. Na afloop stond mijn buurmeisje op haar balkon, ze had haar voetbalshirt nog aan.

Ik haalde de was van de lijn. Hoe ging het, vroeg ik.

Verloren, zei ze. Zeventien-nul.

Haar vader kwam het balkon op. Er was niets aan te doen, zei hij.

Nee, zei mijn buurmeisje. Bij de anderen speelden een paar oudere meisjes mee. Ze schopten de bal steeds te hoog. Daar kon onze keeper niet bij.

Wat rot, zei ik.

Gefeliciteerd, zei mijn buurman. Ik heb je boek gekocht, maar het nog niet gelezen.

In de slaapkamer deed ik twee verschillende schoenen aan en liep daarmee de woonkamer in. Welke vind je beter, vroeg ik mijn man. Links of rechts? Dat vraag je altijd, zei hij. Doe die linker maar.

Ik vraag het...