Afgelopen dinsdag brak er een brand uit op het Shell-terrein in Moerdijk. Dit artikel van Paul Teunissen verscheen op 23 november 2013, toen er gestemd zou worden voor een nieuwe haven en een logistiek park.

Meneer en mevrouw Broere zaten die avond in september gezellig samen op de bank toen ze het nieuws vernamen. Acht jaar woonden ze nu in Moerdijk. Vanuit Dordrecht waren ze hier naartoe verhuisd. Na het uitvliegen van de kinderen hadden de stadvoorzieningen hun noodzaak verloren en hadden ze de rust opgezocht. De huizen waren hier destijds goed betaalbaar geweest. De jaren net na je pensioen waren eigenlijk de beste van je leven. Geen baas die op je wachtte. En toen zag hij het ineens staan op teletekst. Hij had haar gevraagd of ze het ook las. Ja, zij las het ook: ‘Einde van Moerdijk is nabij’. Het stond er gewoon.

Een dag later, op de informatieavond, hoopten ze te horen hoe het echt zat. Of ze moesten uitkijken naar een andere plek voor hun oude dag. De tweehonderd aanwezigen waren in rep en roer natuurlijk.

Die vrouw die net in het klooster was gaan wonen en voor tonnen had verbouwd. Die was furieus. Net als de eenentwintig mensen die hun woning te koop hadden staan. Bij één zou er die dag iemand komen kijken. Die was uiteraard niet gekomen. En bij de rest konden de ‘Te Koop’-borden ook wel uit de tuin.

Burgemeester Jac Klijs (CDA) had zich tot de morrende menigte gericht. Zijn hele dag had in het teken gestaan van deze confrontatie: ‘Als dergelijk nieuws naar buiten komt, dan zijn natuurlijk de rapen gaar in zo’n dorp.’ Klijs probeerde de gemoederen te sussen. Die brief van de commissie-Nijpels, waarin werd aangedrongen op het aangaan van een gesprek met de bewoners over de toekomstige leefbaarheid van hun dorp, was door de media flink uit zijn verband getrokken.

De huizen waren hier destijds goed betaalbaar geweest

Kranten en televisiestations buitelden over elkaar heen om te roepen dat het over was met Moerdijk. Maar hij wilde duidelijk maken dat gemeente en provincie daar anders over dachten. Moerdijk zou, ondanks meer chemische industrie, een nieuwe insteekhaven aan de rand van het dorp en een logistiek park van 150 hectare aan de andere zijde, ook in de toekomst wel degelijk leefbaar blijven. Dat was hun inzet.

Er zouden aanpassingen worden gedaan ten behoeve van die leefbaarheid. Zo zou er, om de geluidsoverlast tegen te gaan, over een lengte van een kilometer een mooie geluidswal van dertig meter hoogte tussen het dorp en de haven worden gerealiseerd.

Voor het dorpshuis stonden twee busjes van nationale televisiezenders klaar om de emotionele reacties van mensen die de zaal verlieten live de huiskamers in te stralen. Klijs had de media bewust buiten de deur gehouden. Je moet er niet aan denken dat camera’s zouden vastleggen hoe de zaal zich te buiten zou gaan aan allerlei schandelijke uitspraken, aan het adres van de burgemeester, van de raad, van de heer Nijpels. Dat zou flinke schade kunnen berokkenen, aan het project en aan carrières. De voorganger van Klijs had zich in een vergelijkbare situatie bevonden, ten tijde van de ramp bij Chemie-Pack, en mede door diens weinig doortastende optreden had hij plaats moeten maken.

Ja, Klijs begreep maar al te goed dat huizenbezitters de waarde van hun woning zagen kelderen. En mochten bewoners zelf denken dat er met al die uitbreidingen niet meer te leven was, dan wilde hij daar voor open staan. Daarom wilde hij ook die andere optie bespreken: de mogelijke uitkoop van huizenbezitters.

Die avond leken veel bewoners daar oren naar te hebben. Zo ook de familie Broere. Want je moet je oude dag niet laten verpesten door al die onzekerheid. Sommige aanwezigen wilden weten waar al dat geld dan vandaan kwam, maar daar kon de burgemeester niet te veel over vertellen. Mensen moesten maar geloven dat er een potje voor was. Veel toehoorders vermoedden dat het geld van de grote jongens zou komen. Shell, of de haven van Rotterdam die genegen was die van Moerdijk op te slokken. Tegen zulke spelers staat iedereen machteloos, zeker zo’n klein dorpje.

De oude, verwaarloossde dorpshavenDe oude, verwaarloossde dorpshaven

Snuffelpalen

Precies 1161 inwoners telt Moerdijk. Midden in het dorp staat de katholieke kerk, een buitenproportioneel gebouw dat na de oorlog werd neergezet met het oog op de groei van het aantal inwoners tot 20.000 zielen. Een straat verderop ligt de school, waar ook buiten vakantietijd in enkele lokalen de stoelen omgekeerd op tafel staan. De meeste huizen zijn van na 1950, kleine rijtjesbouw die mensen snel van een onderkomen moest voorzien.

Een paar straatjes zijn gevuld met houten woningen, na de Watersnoodramp geschonken door de Noorse koning Haakon. Overal in het dorp horen de inwoners de snelwegen suizen, in het oosten de A16, vanuit het zuiden de A59. Soms klinkt er een plots aanzwellend geluid, alsof een hijskraan ter aarde stort. De bewoners kennen het geluid als het vullen van scheepslaadruimte door het schrootbedrijf in de haven. Die ligt een paar honderd meter naar het westen, achter de dijk: 2200 hectare, 3400 voetbalvelden. Even groot als de industrieterreinen van Eindhoven, Tilburg en Breda bij elkaar.

Ad Vermeulen, gepensioneerd aannemer en voorzitter van Hart van Moerdijk, een club die opkomt voor de inwoners, weet als geen ander wat er onder de mensen leeft. Hij is geboren en getogen in het dorp, en kan je de hele roerige geschiedenis ervan vertellen. Hoe cruciaal Moerdijk in het verleden was als oversteekplaats naar de noordelijke Nederlanden. Twee spoorlijnen liepen tot in het dorp. En hoe daar met de komst van de Moerdijkbrug een eind aan kwam. En over de Duitsers die zijn dorp platgooiden omdat ze goed zicht over het water wilden. De Deltawerken die een eind maakten aan de inkomsten van vijftig vissersfamilies.

Een batterij journalisten heeft hij te woord moeten staan, maar daar maalt hij niet om sinds die heisa met Chemie-Pack twee jaar geleden. Toen hadden ze geluk gehad met de zuidenwind, waren de zwarte wolken met wie weet wat voor giftige stoffen erin over het water naar Strijen gedreven. Wilden ze allemaal weten of het niet eng was om te wonen naast dergelijke industrie, die zomaar de lucht in vloog.

De bewoners kennen het geluid als het vullen van scheepslaadruimte door het schrootbedrijf in de haven

Natuurlijk speelde het in het achterhoofd van de mensen, maar als je je continu zorgen moest maken, dan had je geen leven. En sindsdien is er veel verbeterd. Sinds een maand zit er een professionele brandweer op het haventerrein, hoeven ze niet met hun vrijwillige brandweer uit te rukken als er een explosie bij een chemisch bedrijf is.

Ook zijn her en der snuffelpalen in het dorp geplaatst die moeten meten of er gevaarlijke stoffen door de straten drijven. Want de mensen roken nog wel eens wat. En zeker als je jonge kinderen hebt, dan is dat natuurlijk geen aangename gedachte. Vooral ’s nachts werd er wel eens benzeen gemeten, in hoge concentraties kankerverwekkend. ‘Ze zeggen dat het afkomstig is van schepen die na zonsondergang illegaal hun tanks ontgassen.’

Vermeulen heeft grote moeite met de manier waarop de burgemeester over de mogelijkheid tot uitkoop was begonnen. ‘Als je zoiets op tafel legt, krijg je toch alleen maar meer verwarring?’ Wat moeten de huurders dan denken? Om nog maar te zwijgen van de mensen die helemaal niet weg willen? Die hun kinderen en kleinkinderen hier hebben. Die hun ouders op de begraafplaats langs de dijk hebben liggen. Moeten de doden soms ook meeverhuizen?

Zij die willen vertrekken en zij die willen blijven komen met de voorhoofden tegen elkaar te staan. ‘En wat dan als de ene helft zich laat uitkopen? Krijg je dan hetzelfde als wat in het Vlaamse Doel, bij de haven van Antwerpen, is gebeurd?’ Honderd huizen waarvan er tachtig zijn dichtgetimmerd, waar alleen de paradijsvogels zijn gebleven.

Het draagt allemaal bij aan het gevoel onder de mensen dat het allang bekokstoofd is. Wat ze ook beweren, over inspraak en over het belang van de inwoners. ‘De partijen die het voor het zeggen hebben bij de provincie (CDA en VVD, red.), hebben een punt in de toekomst gezet en daar werken ze gestaag naartoe.’

De huizen die moeten wijken voor de komst van het logistieke park. Een deel van de eigenaars is uitgekocht, een ander deel wil koste wat het kost blijvenDe huizen die moeten wijken voor de komst van het logistieke park. Een deel van de eigenaars is uitgekocht, een ander deel wil koste wat het kost blijven

Geluidsslot

Het is twee weken na de eerste informatiebijeenkomst als in Klundert, vijfhonderd meter ten westen van het havengebied, een tweede bijeenkomst wordt gehouden. De koffiedame van multifunctioneel centrum De Niervaert heeft honderd kopjes en schotels klaargezet: ‘Ze zeiden dat er zeker honderd mensen zouden komen.’ In de zaal staat de airconditioning voluit, alsof gerekend was op verhitte gemoederen, maar de vijfentwintig geïnteresseerden maken een kalme indruk.

Na de introductie door burgemeester Klijs wordt een film getoond over de prachtige toekomst van de haven. Die wordt verbeeld met een hoefijzervormige magneet die overzeese goederen naar de Vlaams-Nederlandse delta trekt, met de haven van Moerdijk strategisch gelegen tussen de haven van Rotterdam en die van Antwerpen.

Daarna vertelt een jongeman, een projectleider, in vloeiende taal dat de haven van Moerdijk zal uitgroeien tot de tweede economische kern van Noord-Brabant, en daarmee van grote waarde wordt voor de provincie en Nederland. Zo bezien is het eigenlijk een grote eer dat al die bedrijvigheid zich pal naast het dorp zal ontplooien. Volgens de spreker zal er duurzame chemische industrie bij komen en gaat het om hoogwaardige overslag van goederen. Er zullen namelijk ook producten – gitaren, tuingereedschap, noem maar op – ter plaatse in elkaar worden gezet. Werkgelegenheid dus.

Een projectleider vertelt in vloeiende taal dat de haven van Moerdijk zal uitgroeien tot de tweede economische kern van Noord-Brabant

Het publiek lijkt geïntimideerd door het glorieuze tromgeroffel. De eerste vraagsteller begint de gemeente uitgebreid te complimenteren met de plannen. Een ander zegt zich te verbazen over de geringe opkomst, omdat juist Klundert dicht bij de nieuw te vestigen chemische industrie ligt. Burgemeester Klijs merkt op dat toch vooral het dorp Moerdijk met de uitgestoten gassen te maken zal krijgen door de overwegend westelijke wind.

Na afloop toont havendirecteur Ferdinand van den Oever zich ingenomen met het rustige verloop van de avond. Twee jaar geleden heeft hij de plaats ingenomen van zijn voorganger, die geen groot voorstander was van uitbreiding. Na kritische uitlatingen waren ze van provincie en gemeente tot de conclusie gekomen dat hij plaats moest maken voor een ander.

Een dag eerder was Van den Oever nog eens zijn haventerrein rondgereden. In de late septemberzon was eens te meer tot hem doorgedrongen hoe schitterend het erbij lag. Overal groene bosschages, lekker ruim opgezet, goede verbindingswegen. En wat een dynamiek. Al die vrachtwagens die af en aan reden.

Bij nacht is het net een tafereel uit een sprookje, met die honderden lampen op die petrochemische installaties, en daarachter dan die glinstering van dat Hollands Diep.

Als wethouder in Dordrecht heeft hij moeten ervaren hoe moeilijk het was om in de haven iets van de grond te krijgen. Daar hadden ze een hele nieuwe kade aangelegd. Prachtfaciliteiten gecreëerd, 60 hectare voor industrie. Alles had hij gedaan om die haven in Dordrecht vlot te trekken. De staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening had hij met een helikopter in die haven laten landen. Hoe mooi wilde je het hebben. Maar al zijn inzet ten spijt was de haven ongebruikt blijven liggen, vanwege de geluidscontouren die over een woonwijk liepen. ‘Er werd een geluidsslot op gezet, waardoor elke activiteit onmogelijk werd.’

Het publiek lijkt geïntimideerd door het glorieuze tromgeroffel

Hoe dat wordt berekend, daar lusten de honden geen brood van. Abstracte modellen berekenen voor elk bedrijf dat zich in de haven vestigt een geluidsmaximum. Bedrijven als die schrootverzamelaar zitten aan hun grens, maar er zijn ook bedrijven die muisstil zijn, en toch wordt er ook voor die bedrijven een geluidsmarge meeberekend.

Dat zal hem niet nog eens gebeuren, hier in deze haven. Zijn voorganger heeft daar samen met de gemeente al het nodige werk in verzet. Naast het haventerrein, langs de Roode Vaart, stond een twintigtal huizen die binnen de geluidscontouren van het terrein lagen. Nu, tien jaar later, is iedereen uitgekocht. Op één huis na.

HR-consultant Paul welschen leidt het verzet tegen de plannen; gedeputeerden ziem hem als een lastige vliegHR-consultant Paul welschen leidt het verzet tegen de plannen; gedeputeerden ziem hem als een lastige vlieg

Oneerlijk

Dat is het huis van de eenentachtigjarige weduwe Eestermans. Veertig jaar geleden, niet lang nadat haar man het huis had voltooid, kregen ze te horen dat het huis eens zou moeten wijken omdat op die plek de pijlers van een te bouwen viaduct de grond in moesten. Dat plan ging jaren later tot opluchting van het gezin naar de prullenbak.

Tien jaar geleden kwam er opnieuw bericht dat hun huis moest wijken, voor de havenuitbreiding. Het hele buurtschap – twintig woningen, een restaurant en een haventje – alles moest weg. Zoon Peter Eestermans, die in het dorp woont, was met zijn moeder naar de informatieavond geweest. Daar wisten ze het allemaal mooi te brengen, maar aan het eind van de avond waren ze met meer vragen dan antwoorden thuisgekomen. Daarna was zijn moeder dagen uit haar doen geweest.

In de loop van de jaren waren alle bewoners vertrokken, maar zijn moeder woonde er zo aangenaam. De kinderen waren er opgegroeid, ze koesterde er de herinneringen aan haar overleden echtgenoot en in de tuin achter het huis kon ze de hele dag zoet zijn. Het mooist van alles was dat twee van haar zoons op het haventerrein werkten en elke middag langskwamen voor de lunch.

Het hele buurtschap – twintig woningen, een restaurant en een haventje – alles moest weg

Lange tijd hoorde zijn moeder ook niets meer, dacht ze dat de plannen van tafel waren, begon ze te hopen dat het haar tijd wel zou duren. Maar net toen ze aan die gedachte begon te wennen, viel er weer een brief in de bus. Wilden ze van de haven samen met iemand van de gemeente komen praten. Als ze dan bij haar aan de koffie zaten dan leken ze nog best aardig ook, maar als ze de deur uit waren, was haar onrust alleen maar toegenomen.

‘Het is zo oneerlijk,’ had ze tegen Peter gezegd. ‘Dat iets wat je met je eigen handen hebt opgebouwd, waar je altijd je ziel en zaligheid in hebt gelegd, zomaar van je kan worden afgenomen.’ Toen ze de keer daarop belden met de vraag of ze weer eens langs konden komen, had ze gezegd: ‘Nee, doe maar niet.’ En prompt had ze maanden niets meer gehoord.

Verschillende leden van de familie hebben wel eens zo’n brief op de deurmat gekregen, vertelt zoon Peter. Het huis van zijn schoonmoeder een dorp verderop moest weg vanwege de hogesnelheidslijn. Dat van zijn broer zou moeten wijken voor het logistiek park. En later toch weer niet, maar toen moest het weg vanwege een nieuwe elektriciteitsmast, en toen toch weer niet. Zijn moeder aan de Roode Vaart, en nu is de toekomst van zijn eigen gezin in Moerdijk dus ook onzeker geworden. Met zachte stem somt Peter het op. Er wordt zo makkelijk over de inwoners besloten. ‘Je vraagt je af wanneer het eens genoeg is. Waarom er altijd maar meer moet komen.’

De rondweg van het dorp, met op de achtergrond het Hollands DiepDe rondweg van het dorp, met op de achtergrond het Hollands Diep

People, Planet, Profit

Het huis van de weduwe Eestermans zal de havenuitbreiding niet in de weg staan. De gemeente heeft de woonbestemming van het huis afgehaald. Er is discussie over de prijs, maar gezien haar leeftijd zou het geschil zich ook wel op een natuurlijke wijze kunnen oplossen.

Alle lichten staan op groen, volgens havendirecteur Van den Oever. Provincie en gemeente, mede-eigenaars van de haven, geven met de havenstrategie tot 2030 aan dat ze maximaal willen inzetten op groei en ontwikkeling. Er wordt gebruikgemaakt van het concept met de drie P’s: People, Planet, Profit. Profit is het hoofdstreven, maar men wil beide andere P’s niet uit het oog verliezen, zo staat in het plan. Het logistiek park zal op natuurlijke wijze worden ingepast in de omgeving. Er zullen stemmige pastelkleuren worden gebruikt voor de buitenste bebouwing om het geheel een aangename aanblik te geven.

Van den Oever is blij dat er een stip aan de horizon is gezet waar naartoe kan worden gewerkt. Alle ophef die nu is ontstaan, is veroorzaakt door de brief van de commissie-Nijpels, oordeelt hij. Daarin stellen ze dat als je maximale Profit nastreeft, dit hoe dan ook ten koste zal gaan van de People.

Profit is het hoofdstreven, maar men wil beide andere P’s niet uit het oog verliezen

Koren op de molen van de tegenstanders natuurlijk. De oppositiepartijen D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren zijn prompt vragen gaan stellen over de gang van zaken. En bewonersverenigingen roeren zich sindsdien ook steeds meer. Gaan de mensen weer denken dat hun verzet kans van slagen heeft en de hele boel nog afgeblazen kan worden.

En dat terwijl volgens Van den Oever vrijwel alle besluiten al rond zijn. Neem nou dat logistiek park. Dat besluit is al in 2009 door de raad gegaan. Sinds die tijd is men begonnen de bewoners die in het gebied wonen uit te kopen. Langs de Moerdijkseweg staan twintig huizen, waarvan de helft inmiddels is dichtgetimmerd.

Trouwens, zegt de havendirecteur, je moet de flexibiliteit van mensen niet onderschatten. Ze bewegen straks heus wel mee. Dat wat nu onleefbaar voelt, daar kun je over een tijdje aan gewend raken. ‘Kijk naar Pernis, toen daar die raffinaderijen kwamen, toen dacht men ook dat het onleefbaar zou worden. Toch wonen mensen er met bijzonder veel plezier.’

Burgemeester Klijs voor de reeds gesloten kerkBurgemeester Klijs voor de reeds gesloten kerk

Leefbaarheid in het gedrang

Aan de keukenwand in de woning van Ed Nijpels hangen tekeningen van bonte koeien. Zijn vrouw verzamelt ze. Nijpels had een paar uur nodig gehad om alle ophef, als zou hij hebben geadviseerd het dorp Moerdijk op te offeren aan de vooruitgang, recht te zetten via enkele radio-interviews. Hij adviseert in meer heikele zaken, zoals de Hedwigepolder en de aardbevingen in Groningen, gevolg van de gaswinning. Zaken die hem over het algemeen goed af gaan. Mensen, wie je ook vraagt, hebben sympathie voor zijn jongensachtige optreden.

De ophef over het advies van zijn commissie stoort Nijpels. Aan hen was slechts de vraag voorgelegd hoe Moerdijk kan worden opgestuwd in de vaart der volkeren. Niet of ze wilden onderzoeken of uitbreiding überhaupt noodzakelijk is. Bovendien was de commissie te verstaan gegeven dat de provincie en de gemeente helemaal vóór waren, en dat het logistiek park al een feit was.

De leefbaarheid in Moerdijk zal ernstig in het gedrang komen

‘We hebben vastgesteld dat, als je kiest voor maximale ontwikkeling, zoals men beoogt, de leefbaarheid in Moerdijk ernstig in het gedrang zal komen. Je moet de bewoners niet wijsmaken dat het er goed wonen zal zijn met de komst van nieuwe chemische industrie en dat logistiek park.’ En, zegt Nijpels, als je dan met de bewoners in discussie gaat, moet je ook de mogelijkheid van ‘transitie’ ter sprake brengen.

Het transitiemodel, waarbij alle huizenbezitters die hun huis willen verkopen worden uitgekocht en de bewoners van verouderde huurwoningen elders worden gehuisvest, kost tussen de 120 en 150 miljoen euro. Volgens Nijpels is 80 procent van dat bedrag al gedekt. De resterende huizen zouden recreatiewoningen kunnen worden. Dan, zegt Nijpels, heb je minder het probleem van People die pal naast een haven en industrieterrein wonen.

Ambtelijke taal

Tja, Paul Welschen ziet in al die prachtige plannen toch weinig verschil met hoe totalitaire regimes soms hele dorpen onder water laten verdwijnen door grote stuwmeren aan te leggen. Welschen bewoont een van de grootste huizen van Moerdijk, de pastorie – in vijfentwintig jaar tijd heeft hij het pand in de originele staat teruggebracht. Waar het om gaat, zegt hij, is dat als bestuurders iets willen, ze niet langer ontvankelijk zijn voor tegenargumenten. Dat commissies die om advies wordt gevraagd vaak bestaan uit mensen met dezelfde politieke kleur, en dat machthebbers altijd proberen gelijkgestemden om zich heen te verzamelen.

Sinds Welschen in 1996 de Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk (SBBM) oprichtte, bindt hij de strijd met de machthebbers aan. Bestuurders kunnen de dorpsbewoners misschien imponeren met hun ambtelijke taal, hun eufemismen en hun omslachtige formuleringen waardoor iets kroms na een tijdje toch recht lijkt, maar op hem hebben ze geen vat. Als HR-consultant zit hij al dertig jaar in het vak. Dan weet je wel hoe de dingen gaan.

Als bestuurders iets willen, zijn ze niet langer ontvankelijk voor tegenargumenten

Hij heeft ook gestudeerd, net als die heren politici. Ze zien hem als een lastige vlieg. Bij de vergaderingen van de Provinciale Staten krijgt hij nooit meer dan vijf minuten spreektijd. Zijn standpunten en argumenten hebben ze tot vervelens toe gehoord. Over de vele hectares braakliggende bedrijfsterreinen in West-Brabant; het feit dat je bedrijven wegkaapt bij andere gemeentes en er geen netto werkgelegenheid bij zal komen. De gedeputeerden beginnen hun spullen in te pakken als ze hem voor het spreekgestoelte zien verschijnen.

De heisa die er is ontstaan rondom die uitkoop van bewoners vormt voor Welschen het zoveelste bewijs van slecht bestuur. ‘Hoe kun je daar nu over beginnen als die plannen met dat logistiek park nog niet rond zijn en die uitbreiding van de haven ook hoogst onzeker is?’ Zelf is hij bereid om naar de Raad van State te stappen, en daarna naar het Europese Hof, om alsnog alles tegen te houden.

De manier waarop dat logistiek park in 2009 door de raad is gekomen, is volgens Welschen kenmerkend voor hoe dergelijke zaken op lokaal niveau gaan. CDA en VVD waren destijds voor, maar daarmee hadden ze nog geen meerderheid. Uiteindelijk was dat vervloekte GroenLinks ook overstag gegaan.

Moerdijk. Op de achtergrond de haven, vooraan het laatste huis van buurtschap de Roode VaartMoerdijk. Op de achtergrond de haven, vooraan het laatste huis van buurtschap de Roode Vaart

Geschrokken

Annuska de Wijs, in 2009 fractievoorzitter van GroenLinks in Moerdijk, ziet de ontwikkelingen rond het dorp met lede ogen aan. Ja, destijds had haar partij na moeizaam beraad ingestemd met dat logistiek park. In de dorpspolitiek is het geven en nemen, zegt ze. Er zou een bedrag van 12 miljoen euro komen voor een nieuw dorpshuis en het tegengaan van sluipverkeer in het dorp. Bovendien voelde ze de druk van de provincie. ‘Er verschenen steeds maar rapporten over de noodzaak van dat park op die plek. We dachten: als we meedoen, dan kunnen we in ieder geval meebepalen hoe het er zo milieuvriendelijk mogelijk uit komt te zien.’

Als GroenLinks kun je het bij ruimtelijke ordeningsprojecten bijna niet goed doen, meent ze. Terugkijkend hadden ze principiëler moeten zijn, minder naïef. Ze is geschrokken van de gevolgen voor het dorp Moerdijk nu. ‘We hoopten het minder zwaar te maken. Dat is dus duidelijk niet gelukt.’

Marco van der Wel, sinds vijf jaar namens de Partij voor de Dieren in de Statenfractie van Noord-Brabant, heeft kritische vragen gesteld over de industriële uitbreiding in de oksel van de A16 en A59. West-Brabant is hem dierbaar, ook al ligt de regio bezaaid met bedrijfsterreinen. ‘Als je van Breda naar Roosendaal rijdt, passeer je een lang lint van grote borden op deels braakliggende stukken grond die zichzelf aanprijzen als de ideale zichtlocatie.’

De regio ligt bezaaid met bedrijfsterreinen

En daar zou het logistiek park in Moerdijk nog bij moeten komen. De provinciale oppositiepartijen hebben nu een second opinion kunnen bedingen, waarbij een commissie van deskundigen nog eens moet beoordelen of die uitbreidingen wel echt noodzakelijk zijn. Maar twee van de drie deskundigen die door de verantwoordelijk gedeputeerde van de VVD zijn ingehuurd, hebben eerder aan de havenstrategie meegewerkt. ‘Mensen die al in dezelfde richting meedenken. Gelukkig hebben we nog een tweede onafhankelijk deskundige kunnen bedingen.’

Wat Van der Wel ook dwars zit, is dat de provincie en de gemeente én beleidsontwikkelaar én mede-eigenaar zijn van de haven van Moerdijk. Twee-in-één. Dus wie houdt dat tegen?’

Pal naast de A16 staat een huis aan een doodlopende straat. Er is wat begroeiing. Verder niets. De gordijnen zijn gesloten. Vanavond zal het pand roze kleuren zodat chauffeurs het van ver kunnen zien liggen. Yvonne, gastvrouw van Club Moonlight, is blij dat haar bedrijf niet hoeft te wijken. Het logistiek park zal aan de andere kant van de snelweg verrijzen. Yvonne wil zich niet rijk rekenen, maar hoopt dat met de komst van al die vrachtwagenchauffeurs de klandizie zal toenemen. Ver van huis, een vlam in de pijp. In Club Moonlight werken ze in het geruststellende besef dat het uiteindelijk maar om twee dingen draait in het leven: de duit en de fluit.