Vergrootglas voor de klaagcultuur

‘We hebben het zeuren, zaniken, zeiken en afzeiken tot nationale folklore verheven,’ constateert cultuurhistoricus Herman Pleij in zijn boekje ‘Moet kunnen!’ Een kleine mentaliteitsgeschiedenis van de Nederlander. Ook in de media zijn kankerpitten en azijnpissers wijdverspreid. De grootste is Jan Mulder. Elke week zit hij in sportprogramma’s af te geven op spelers, scheidsrechters, medecommentatoren of Jack van Gelder. Als tafelheer in De Wereld Draait Door kraakt hij elke maand de wereld af in zijn vijf grootste ergernissen, met als onderbouwing het benadrukken van lettergrepen: ‘VER-SCHRIK-KE-LIJK! – GE-NANT! – VRE-SE-LIJK! – AAA-RGH!’ De onderbuik van Mulder is dan voor even het kloppende hart van televisiekijkend Nederland.

Dankzij Mulder en DWDD heeft geklaag over triviale ergernissen legitimiteit gekregen bij een miljoenenpubliek. Google ‘vijf grootste ergernissen’ en je vindt honderden berichten op sociale media met:...