Balen van de bootjes

Onlangs zag ik het voor mijn ogen gebeuren: de aanvaring waar alle Amsterdammers die zich in het weekend op het water wagen altijd voor vrezen.

Voor de nauwe doorgang van de brug over het water van de Binnenkant had zich een wanordelijke kluwen drijvend materieel verzameld die niet onderdeed voor de chaos van toeterende automobilisten op de kant, toen er opeens een rondvaartboot opdook die daar doorheen begon te ploegen als een maaimachine door een korenveld. De meeste bootjes konden nog net op tijd uitwijken, behalve één voormalig groentevletje, dat zich in volle vaart met de punt in de zijkant van de rondvaartboot boorde. Er werd gegild en gevloekt, en veertig Japanse toeristen verdrongen zich verbaasd achter de raampjes, alsof de reisleidster had gezegd: ‘En aan onze rechterzijde zien we nu zo’n typisch Amsterdams tafereel dat deze stad de welverdiende bijnaam “het Venetië van het Noorden” heeft bezorgd.’

Alleen de stuurman van het vletje bleef...